Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Wat is de meerwaarde van de hybride professional voor bedrijven in de techniek? Dit was de centrale vraag in het deze week gepubliceerde onderzoek van de hogescholen Windesheim en Saxion en expertisecentrum TechYourFuture. ‘De resultaten van het onderzoek bieden mooie handvaten om naar hybride docentschap toe te werken en invulling te geven aan leven lang ontwikkelen binnen de technische sector,’ aldus Thea Koster, voorzitter van het Techniekpact.
In dit onderzoek werd ingegaan op een drietal vragen:
1. hoe hybride professionals als ‘boundary crossers’ het technisch bedrijfsleven en technisch beroepsonderwijs met elkaar verbinden en wat de waarde daarvan is;
2. hoe de school- en de bedrijfsorganisatie de positie van hybride professionals aantrekkelijk kunnen maken zodat zij een goede boundary crosser kunnen zijn;
3. hoe scholen en technische bedrijven kunnen samenwerken om hybride professionals aan te trekken en te behouden.
Uit het onderzoek blijkt dat bedrijven veel baat kunnen hebben bij hybride constructies. ‘Het is goed voor het imago van je bedrijf om op deze manier een bijdrage te leveren aan een maatschappelijk vraagstuk,’ aldus Tijmen Schipper, projectleider en Associate Lector Leven Lang Ontwikkelen aan hogeschool Windesheim. Hij lichtte dit uitgebreid toe in een interview voor A+O Metalelektro, een van de partners in dit project. ‘Sommige bedrijven geven ook aan dat deze hybride constructie kan dienen als een vorm van werving. Via de hybride techniekopleider kunnen studenten geïnteresseerd worden voor een stage of een baan bij jouw bedrijf. Daarnaast krijg je als bedrijf invloed op wat er in het opleidingsprogramma wordt aangeboden, waardoor studenten veel meer praktijkgericht kunnen worden opgeleid. Verder profiteert het bedrijfsleven ook van het feit dat de hybride techniekprofessional wordt geschoold in communicatieve en didactische vaardigheden,’ aldus Schipper. ‘Die vaardigheden nemen ze mee terug het bedrijf in. Daardoor kunnen deze werknemers worden ingezet bij het opleiden van nieuwe of het professionaliseren van zittende werknemers.’ Tot slot leert de hybride techniekprofessionals tijdens de didactische opleiding ‘om een boodschap op een handige, strategische manier te brengen’. Schipper: ‘Dat kan een enorm voordeel zijn in gesprekken met collega’s en met klanten.’
‘Knelpunten zijn er natuurlijk ook. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat de hybride techniekprofessional het gevoel heeft dat hij honderd procent op beide plekken moet functioneren? Hoe ga je om met verschillen in beloning tussen onderwijs en bedrijfsleven? Hoe kun je het didactische programma zo opzetten dat het meer aan de behoeften van het bedrijfsleven tegemoet komt? Het zou goed zijn als onderwijs en bedrijfsleven samen HRM-beleid ontwikkelen dat de unieke waarde van deze groep erkent en benut.’ Tevens zou het volgens Schipper goed zijn als er een breed toegankelijke database komt, zodat geïnteresseerden vanuit het bedrijfsleven veel makkelijker aan scholen kunnen worden gekoppeld. Dit als aanvulling op de databases die er al zijn. “De technische O&O-fondsen zijn een drijvende kracht achter de hybride techniekprofessional geweest. Ik denk dat zij dan ook een belangrijke spilfunctie kunnen vervullen tussen onderwijs en technisch bedrijfsleven om de hybride techniekprofessional nog beter te positioneren.’
Lees het hele interview met Tijmen Schipper