17 december 2020

Hybride docentschap: instellingsafhankelijk

In steeds meer regio’s krijgt hybride docentschap vorm. Meer opleidingen staan open voor hybride docenten. Maar ook het bedrijfsleven ziet voordelen om hun medewerkers hybride te laten lesgeven. Afgelopen periode is onderzocht waar in het onderwijs hybride docenten werkzaam zijn. Op basis van microdata van het CBS over Nederlandse inkomstengegevens is het huidig aandeel hybride docenten per arbeidsmarktregio geanalyseerd. 

Er zitten grote verschillen tussen de regio’s. Het aandeel hybride docenten in het mbo varieert tussen de 7-16% en in het hbo tussen de 7,5-20%. Zoomen we echter in op het niveau van een arbeidsmarktregio dan zien we een ander beeld: regio’s met een hoog aandeel hybride docenten in het mbo hebben soms een beduidend lager aandeel hybride docenten in het hbo en vice versa.

De verschillen per arbeidsmarktregio lijken dus eerder verklaard te kunnen worden door verschillen tussen onderwijsinstellingen dan dat het een kenmerk van een regio is. Omdat in de meeste arbeidsmarktregio’s zich meerdere onderwijsinstellingen bevinden en de gegevens geplot zijn op basis van de woonlocatie van de hybride docenten kunnen de percentages niet één op één aan een onderwijsinstelling gekoppeld worden. Toch biedt de analyse van het aandeel hybride docenten per regio een goed startpunt voor zowel onderwijsinstellingen als geïnteresseerde bedrijven om met elkaar het gesprek te starten over de gezamenlijke ambitie: Herkennen we ons in de percentages? Hoeveel hybride docenten werken binnen onze organisatie? En welk percentage hybride docenten willen wij binnen onze opleidingen inzetten om onze ambities voor aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt te verwezenlijken?