Marianne Hoornenborg ©TP

20 oktober 2021

‘Ik ben geen computernerd, maar dat hoeft ook helemaal niet’

Op veel plekken vindt inzet plaats om meer vrouwen en meiden in de techniek te krijgen. Eén van de meer succesvolle projecten is Make IT Work. Marianne Hoornenborg volgde de opleiding en schoolde zichzelf om tot programmeur. 

Marianne Hoornenborg was communicatieadviseur. Ze had een goede baan en deed leuke projecten, maar toch miste ze iets. ‘Ik heb algemene letteren gestudeerd, met de afstudeerrichting communicatiekunde. Daarna werkte ik ruim tien jaar als communicatieadviseur. Ik had regelmatig het idee dat ik iets anders wilde, maar wist niet goed wat. Ik ontwikkelde mijn creatieve kant, maar merkte dat ik niet commercieel genoeg ben om daar een carrière van te maken. Zo kwam ik wel in aanraking met Fablabs en 3D-printers, met techniek dus. Daarna begon ik met het aanbieden van workshops programmeren voor kinderen, met behulp van Scratch. Zo ontdekte ik, min of meer per ongeluk, dat ik programmeren heel leuk vind.’

Make IT Work
Via een kennis, die in het eerste cohort van Make IT Work zat, kwam Marianne Hoornenborg ermee in aanraking. Zij maakte deel uit van het zevende cohort. ‘Ik ben bewust gestopt met mijn werk. Ik heb respect voor mensen die deeltijdstudies volgen, voor mij werkt het niet. Wat geholpen heeft bij de keuze voor Make IT Work is het assessment dat ze vooraf afnemen. Zij weten zo wie ze binnenhalen en jij weet of de opleiding bij je past. Het nam mijn twijfel weg en ik besloot ervoor te gaan.’ 

Stereotypen
‘Tijdens de opleiding ontdekte ik dat de stereotypen over programmeren niet kloppen. Ook mijn eigen vooroordelen, dat ik niet technische genoeg ervoor was, werden ontkracht. Ik ben geen computernerd, maar dat hoeft ook helemaal niet. Het werk is heel divers, het bestaat voor een groot deel uit het schrijven van logische constructies: hoe schrijf je uit wat we van een systeem verwachten? Dat doe je weliswaar in code, maar dat is natuurlijk ook een taal.’ De beeldvorming van het vak is heel belangrijk benadrukt Marianne Hoornenborg. ‘Dat zit voor mij in beeld én in de tekst, van vacatureteksten en opleidingsvoorlichting. Het cliché van de IT spreekt vrouwen niet aan. In de werving ligt daar wel vaak de nadruk op. Daarom benadruk ik altijd de talige kant van programmeren en de samenwerking die nodig is voor het ontwikkelen van software. Binnen de ICT scrummen we veel, dat draait om teamwork, om samenwerking. Een softere competentie als communicatie is een groot onderdeel van het vak. Als ik dat eerder had geweten, had ik er eerder voor gekozen.’

Competenties
Na het afronden van de opleiding ging ze aan de slag bij de Kamer van Koophandel (KvK) als Java-ontwikkelaar. De KvK deed ook een beroep op haar competenties als communicatieadviseur. ‘Natuurlijk is het fijn dat je wordt gewaardeerd, maar ik wilde wat anders, daarom had ik juist die switch gemaakt. Misschien is het persoonlijk, maar ik merkte dat ik het niet prettig vond dat er veel aandacht was voor mijn “communicatieverleden”. Als er steeds een appèl wordt gedaan op je voorgeschiedenis helpt dat niet om je te behouden voor je nieuwe vak. Dan is het belangrijk dat je de kans krijgt om nieuwe competenties en vaardigheden te ontwikkelen. Juist daar moet aandacht naartoe gaan.’

Meisjes programmeren minstens net zo goed
Dat meisjes misschien wel beter zijn in programmeren dan jongens merkte Marianne tijdens het geven van de Scratch-workshops. ‘We boden die aan vanaf groep 4. In een van de groepjes zat een aantal jongens van 11-12 en een paar meisjes van 7-8 jaar. We maakten ons zorgen over de meisjes, dachten dat we die door de cursus zouden moeten slepen. Het bleek andersom. Meiden zijn preciezer en werken beter samen. Waar de jongens aan het keten waren, op hun toetsenborden ramden en verbaasd waren dat ze weinig resultaat hadden, lukte dat die meisjes, die jaren jonger waren, wel.’ 

Investeren in waardevolle en loyale collega’s
Wat wil Marianne meegeven aan portentiele zij-instromers en aan bedrijven? ‘Mijn belangrijkste boodschap is dat de stereotypen niet kloppen: je bent wel technisch genoeg!  En voor werkgevers: ik durf niet te beweren dat diverse teams betere software maken, maar wel andere software, software die soms beter aansluit op de wensen van de gebruiker. Het kost wel tijd om daar te komen. Als iemand een traject als Make IT Work heeft gedaan, dan heeft die de basis. Zo iemand is nog niet volledig productief. Je moet zij-instromers een groeipad aanbieden en ze de kans geven om zich volledig te ontwikkelen. De competenties die ze in hun vorige carrière hebben ontwikkeld nemen ze mee, maar spreek die niet primair aan, zodat mensen zich vooral in hun nieuwe vak ontwikkelen. Die investering levert uiteindelijk zeer waardevolle én loyale collega’s op.’

Wat is Make IT Work?

In 2015 startte de Hogeschool van Amsterdam (HvA) met Make IT Work (met steun van de Amsterdam Economic Board, de Metropoolregio Amsterdam en het ministerie van SZW). Make IT Work zorgt voor omscholing van hoogopgeleide talenten zonder specifieke IT-achtergrond naar een IT-functie op hbo-niveau. Tijdens het omscholingstraject worden zij-instromers in 5 maanden omgeschoold tot IT’er. Hierna gaan ze minimaal 6 maanden betaald aan de slag in een nieuwe functie bij één van de deelnemende werkgevers. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan verdere opschaling, zowel naar een deeltijdvariant voor ‘zittende mensen’ bij de deelnemende bedrijven, als naar Noord-Nederland samen met Stenden en Hanzehogeschool. Het omscholingstraject wordt momenteel uitgevoerd door Fontys Hogescholen ICT, HAN, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam – Hilversum en IT Academy Noord-Nederland.