Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Sjoerd Keijser en Martine Knobbe - ©TP
Op de dag dat we Sjoerd Keijser en Martine Knobbe spreken, bestaat het Innovatiecluster Noordoostpolder precies 5 jaar. Op de Dag van de Ondernemer kwamen de initiatiefnemers en negen bedrijven in de regionale maakindustrie bij elkaar om gezamenlijk te innoveren en te leren.
De Noordoostpolder, het "Nieuwe Land", is ontworpen om op een intensieve manier landbouw te bedrijven. Vanuit die agrosector ontstond ook een metaalsector: producenten van onder andere boerenschuren en landbouwwerktuigen. Vijf jaar terug besloot de metaalsector om, net als de agrosector, een eigen clusterorganisatie op te richten. Om de groeiende maakindustrie in de regio een gezicht te geven. De gemeente en provincie omarmden het initiatief, met als resultaat het Innovatiecluster Noordoostpolder.
Sjoerd Keijser is programmamanager: ‘De leden zijn belangrijke regionale spelers in de metaal- en maakindustrie. Ze willen scholieren en studenten inspireren om voor een technische studie te kiezen, maar ook huidige medewerkers aanmoedigen om zich voortdurend te ontwikkelen en innoveren. Daarvoor organiseren we activiteiten via vier programmalijnen: interesseren, ontplooien, regiobranding en innoveren.’
Het draait om mensen
Martine Knobbe is HR Manager bij metaalbewerker MCM Marknesse, één van de grondleggers van het Innovatiecluster. Zij is vanuit MCM Marknesse lid van de HR Kenniskring van het Innovatiecluster Noordoostpolder en neemt deel aan de werkgroep Lerende Organisatie.
HR is een key-positie, het draait immers om de mensen. ‘Om meer scholieren, studenten, maar ook zij-instromers te werven moeten we laten zien dat werken in de techniek meer is dan lassen in een smoezelige ruimte, om het maar plat te zeggen.’ De medewerker die nu met een lasapparaat in zijn hand staat is straks de operator van een lasrobot waarmee hij zijn arbeidsproductiviteit in één keer vervijfvoudigt.
Over de vloer
Met projecten als Techniek Tastbaar en de Week van de Technologie willen bedrijven de interesse van de jeugd voor de maakindustrie wekken. Bij de Week van de Technologie komen bussen vol kinderen uit het lager onderwijs een dagdeel rondkijken bij een bedrijf. Bij Techniek Tastbaar vult een schoolgebouw zich met bedrijven die zich presenteren en proefjes aanbieden aan kinderen uit het basis- en het voortgezet onderwijs. Maar de bedrijven komen onderling ook bij elkaar over de vloer: ‘Het ene bedrijf is bijvoorbeeld verder met robotisering dan het andere. En in ons HR-netwerk delen we tips & tricks en het komt ook voor dat een sollicitant beter bij een collega-bedrijf past, dan weten we elkaar ook te vinden.’, vertelt Martine Knobbe.
Angst voor de schoolbanken
‘Leren leek wel een vies woord in onze industrie. Soms door negatieve ervaringen’. Aandacht voor leren en ontwikkelen is focus voor het Innovatiecluster: ‘Het doel is natuurlijk om te zorgen dat je je binnen onze organisatie kunt blijven ontwikkelen. Zo hou je de achterdeur ook dicht. Wij willen laten zien dat je leert door met elkaar in gesprek te gaan en ook fouten te maken. Ik geloof in de 70/20/10 methode, waarbij je 70 procent leert door simpelweg te doen, 20 procent door met elkaar in gesprek te gaan en ervaringen uit te wisselen en slechts 10 procent door een cursus te volgen.’
Hoe verder met het Innovatiecluster?
‘Jongeren interesseren voor techniek, de samenwerking op de HR agenda om medewerkers te vinden en het recruitment proces samen vormgeven, dat staat al heel stevig binnen het Innovatiecluster.’, vat Sjoerd Keijser de afgelopen 5 jaar samen. ‘Waar we op willen verzwaren, is de technologische innovatie.’
5 jaar Innovatiecluster Noordoostpolder: in deze video vertellen clustermedewerkers over wat de afgelopen jaren gedaan is. [tekst artikel loopt onder de video door]
"Je bent nooit te laat om te verbeteren en je bent ook nooit klaar."
> Erwin Stremmelaar, productiemanager Zuidberg
Metrolijnen
‘Directies maken intern beleid op in een constant veranderende wereld’, legt Keijser uit, ‘Maar al heel snel merk je dat het verderop in de lijn tot en met de werkvloer aan toe, toch vast loopt.’ Daarvoor ontwikkelde het Innovatiecluster een Metrolijnenkaart waarbij je op 4 verschillende niveaus een leerlijn kunt implementeren in je organisatie: een lijn voor Directie, Teamleiders, HR- en Operators. Op de verschillende lijnen zie je leermodules.
Martine Knobbe: ‘Het mooie is dat de invulling van de stations daadwerkelijk aansluit bij de behoeftes vanuit de bedrijven. Op een aantal stations raken de lijnen elkaar, kan je overstappen, maar er zijn ook mogelijkheden om stations over te slaan of heen en weer te reizen op de metrolijn. Volgende stap zal zijn om de metrolijnen verder ook vakinhoudelijk uit te bouwen: welke functies horen daarbij, want mensen zien vaak door de bomen het bos niet.’
Waarom het Innovatiecluster werkt
‘Probeer zo veel mogelijk uit.’, zo adviseert Keijser, ‘Je kunt altijd aanpassen of door naar het volgende.’ Maar het is niet alleen een kwestie van trial en error: ‘Het mooie van ons innovatiecluster is, dat er een motorblokje in zit. En dat werkt gestructureerd, bijna ambtelijk’.
Er is een stuurgroep met daarin een vertegenwoordiger van elk lidbedrijf. Die negen mensen komen elke zes weken bij elkaar en beslissen over projecten die de kerngroepen aandragen. Wat de stuurgroep accordeert gaat door naar de werkgroepen, met ook daarin weer vertegenwoordigers van de verschillende bedrijven. Zo heeft de werkgroep Lerende Organisatie de metrokaart gebouwd.
Motorblok
‘Dankzij het motorblok is er steeds een moment van evaluatie – zitten we op het goede spoor? - en worden nieuwe ontwikkelingen en ideeën besproken.’ Lachend: ‘Ik moet wel bekennen dat we beter zijn in dingen opstarten dan stoppen. Maar dit is wel het construct waardoor het cluster werkt. Er zit goede discipline in.’ Martine Knobbe voegt daar aan toe: ‘Leercultuur is iets wat je in alle lagen van de organisatie moet borgen. Dus richt je niet alleen op bijvoorbeeld productiewerk. En doe het samen met branchegenoten: want alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.’
Het Innovatiecluster Noordoostpolder draagt bij aan de groei van technische kennis en de versterking van de regio als aantrekkelijk werkgebied voor de industrie.