Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Thea Koster ©Sander van der Torren
Column
‘Ik zoek politieagenten mama’. Ik zocht mee en vond drie poppetjes. Ze verdwenen echter gelijk weer terug de speelkrat in. ‘Dat waren meisjes mama en die kunnen geen politieagent zijn!’
Sinds drie maanden gaat mijn zoontje van vier naar de kleuterschool. Voor ons allemaal een nieuwe fase en ook zeker voor hem. Zijn wereld wordt met de dag groter. Thuis speelt hij graag met Playmobil en heeft daar hele fantasierijke verhalen bij. Het politiebureau, inclusief gevangenis, is momenteel zijn favoriet. Toen hij laatst druk stond te rommelen in zijn Playmobil-krat en ik hem vroeg waar hij naar op zoek was, was het antwoord: ‘Ik zoek politieagenten mama. Voor het bewaken van de gevangenis’. Ik zocht even met hem mee en vond al snel drie politiepoppetjes. Maar toen ik ze aan hem gaf, gooide hij ze linearecta weer terug de krat in. ‘Waarom doe je dat?’ was mijn vraag. Zijn antwoord: ‘Dat waren meisjes mama en die kunnen geen politieagent zijn.’
Natuurlijk heb ik hem gelijk haarfijn uitgelegd dat meisjes elk beroep kunnen kiezen en net als jongens alles kunnen worden wat ze willen. En natuurlijk hoop ik dat hij dit voor altijd gaat onthouden. Maar toch was het wel even ‘oei’ toen ik hem dit hoorde zeggen. Want hoe kan het dat een kleuter van vier al zulke duidelijke beelden heeft over wat meisjes en jongens wel of niet zouden kunnen worden? Wordt dat onbewust meegeven? En door wie dan? Komt dat voort uit de televisieprogramma’s die hij ziet of de boeken die wij voorlezen? Of zijn de ouderwetse poppenhoek en bouwhoek op school hier debet aan? Het zou zomaar kunnen! Ik ben in ieder geval nog geen enkele meisjesridder tegen gekomen in zijn Playmobil-krat maar heb ook nog geen van zijn vriendjes horen zeggen dat zij verpleger wil worden in het ziekenhuis.
Zonder dat wij het door hebben heeft iedereen van ons vooroordelen in het hoofd. Dat kan gaan om allochtoon- autochtoon, meisjes versus jongens, opgegroeid in een goede wijk of een slechte wijk en zo kan ik wel even doorgaan. Bij Deltion, de ROC waar ik bestuurder ben, zijn we daarom heel druk met trainingen die helpen om te ontdekken wat ons “unconsciuous bias” is (onbewust vooroordeel). Docenten, onderwijsondersteuning en management, iedereen doet daar aan mee. Met deze kennis willen wij jongeren beter de gelijke kans geven die zij verdienen. Het is heel leerzaam maar ook best confronterend. Zo kwam ik erachter dat een leider van een organisatie in mijn hoofd nog steeds een blanke man van boven de 50 is. En dan te weten dat ik als vrouw al vanaf mijn dertigste in bestuurlijke en leiding gevende posities werk!
Hoe zit het met jullie onbewuste vooroordelen? Zouden ze belemmerend kunnen zijn bij selectieprocedures als je een nieuwe collega zoekt of een stagiair aanneemt? Misschien leuk (en goed) om er een volgende keer eens heel bewust bij na te denken. Want, het loslaten van die onbewuste vooroordelen - die dus al beginnen op de kleuterschool - is een eerste stap naar meer vrouwen in de techniek. En die vrouwen die kunnen we keihard gebruiken de aankomende tijd!
Thea Koster, voorzitter Techniekpact
Deze column is in februari 2022 gepubliceerd in Metaal+Techniek, het magazine van de Koninklijke Metaal Unie.