2020.04.10 - Onderwijsfuncties in de techniek 

4 oktober 2020

Onderwijsfuncties in de techniek

Welke types onderwijsgevenden zijn er? En waar zitten de verschillen? Wij zetten ze naast elkaar.

Het Nederlands onderwijsstelsel bestaat uit verschillende onderwijsniveaus: het primair onderwijs; het voortgezet onderwijs; middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger onderwijs, bestaande uit hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo). Om les te mogen geven op één van deze niveaus heb je als docent een bevoegdheid nodig, welke verschilt per niveau. Zo is er een bevoegdheid voor het basisonderwijs en zijn er twee bevoegdheden voor het voortgezet onderwijs, namelijk een tweedegraads en een eerstegraads bevoegdheid. In dit artikel geven we uitleg over de ‘bevoegdheden’ voor lesgeven op het mbo, hbo en wo. Voor meer informatie over de bevoegdheden van de andere onderwijsniveaus verwijzen we je naar Het Onderwijsloket, informatiepunt voor werken in het onderwijs.

Aan het slag in het mbo
Voor het mbo zijn er wettelijk voorgeschreven bekwaamheidseisen voor de docent en de instructeur. Als je hieraan voldoet is het vervolgens de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling om te bepalen voor welke delen van het onderwijs je als docent of instructeur ingezet wordt. Werkervaring en vooropleidingen spelen hierbij een belangrijke rol. Binnen het mbo is het mogelijk om als (hybride) docent, onderwijsondersteuner, (hybride) instructeur of als gastdocent les te geven.

(Hybride) docent
Wanneer je een eerste- of tweedegraads onderwijsbevoegdheid bezit, mag je lesgeven als docent op mbo. Je bent als docent verantwoordelijk voor het onderwijsprogramma, de bijbehorende toetsing en voor het begeleiden van de studenten in hun studie. Precieze werkverdeling wordt binnen het onderwijsteam per onderwijsinstelling bepaald.

Ook kan je als docent benoemd worden als je minimaal een HBO werk en denkniveau hebt in combinatie met 3 jaar relevante werkervaring. Je wordt dan een zij-instromer. Een mbo-instelling kan je dan aannemen onder de voorwaarde dat je een opleiding voor een pedagogische-didactische getuigschrift (PDG) gaat volgen. Terwijl je lesgeeft op de onderwijsinstelling, werk je aan je pedagogisch-didactische kennis en vaardigheden. Het traject is te volgen nadat de mbo-instelling een geschiktheidsverklaring heeft gegeven, waaruit blijkt dat je vakinhoudelijk bekwaam bent en geschikt bent om direct voor de klas te gaan en in staat bent om binnen twee jaar het traject succesvol af te ronden. De scholing van het PDG-traject wordt verzorgd door een hogeschool of particuliere opleider en is maatwerk. De verhouding tussen contactonderwijs, online leren en werkplekleren verschilt dus per persoon. Afhankelijk van je vooropleiding, werkervaring en het traject duurt de opleiding tussen de 10 en 18 maanden. Aan het einde van de opleiding ontvang je het pedagogisch-didactische getuigschrift, bewijs dat je naast vakinhoudelijk ook pedagogisch-didactische bekwaam bent om het beroep van mbo-docent uit te oefenen. De mbo-instelling kan voor de kosten die het PDG-traject met zich meebrengt subsidie aanvragen.

(Hybride) instructeur
Ook is het mogelijk om als instructeur in het mbo te werken, je begeleidt dan studenten tijdens het praktijkgedeelte van het onderwijs. Je bent benoembaar als instructeur door aan te tonen dat je vakinhoudelijk, vakdidactische en pedagogische bekwaam bent. Deze vaardigheden opdoen kan door het volgen van de specialistenopleiding ‘instructeur mbo’. Dit is een eenjarig opleiding over pedagogiek en didactiek op mbo niveau 4 waarin je leert om de kennis uit de eigen beroepspraktijk kunnen overbrengen op mbo-studenten. Een instructeur geeft instructie, begeleiding en training, vooral tijdens praktijklessen, maar ook bij theorielessen. Je geeft regelmatig zelfstandig (delen van) lessen, maar altijd onder de verantwoording van een bevoegd docent.

Ook is het mogelijk om de associate degree (AD) Onderwijsondersteuner Technische Beroepsonderwijs te volgen. Dit is een tweejarig opleiding op hbo (niveau 5). Na afronden van de opleiding geef je onder verantwoordelijkheid van een docent zelfstandig les in het beroepsonderwijs en begeleid je bij practica. Daarnaast is het mogelijk om na de opleiding door te stromen naar een hbo-bachelor (niveau 6), voor behalen van tweedegraads onderwijsbevoegdheid. Je kunt de hele lerarenopleiding dan in twee jaar afronden.

Gastdocent
Wil je als technische professional maar een paar uur week lesgeven dan kan je ook als gastdocent aan de slag. Je geeft les onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd docent, zonder zelf aan de volledige bekwaamheidseisen te hoeven voldoen. Wel is het raadzaam om een pedagogische didactische training gevolgd te hebben. De school waar je gaat werken maakt hierover met jou afspraken. Dit kan bijvoorbeeld via het scholingstraject Hybride Techniekopleiders

Praktijkopleider
Een praktijkopleider is alleen werkzaam binnen een bedrijf of bedrijfsvakschool en geeft geen les op een onderwijsinstelling. Je begeleidt studenten tijdens hun stage binnen jouw bedrijf en daardoor zeker wel een belangrijke rol bij het opleiden van studenten. Het begeleiden van stagiaires bestaat uit het ondersteunen van hun leerproces en beoordelen van hun werk. Daarnaast onderhoud je ook het contact met de onderwijsinstelling waar de stagiairs hun opleiding volgens en levert je een bijdrage aan de opleidingsplanen binnen jouw bedrijf. Om je verder te bekwamen als praktijkopleider kun je de opleiding praktijkopleider volgen, maar dit is niet verplicht. De duale opleiding  (BBL) doe je naast jouw werk, duurt één jaar en is op mbo niveau 4.

Aan het slag in het hbo of wo
Om les te geven op het hbo of op een universiteit hoeft u geen lerarenopleiding te volgen. Wel moet je minimaal een bachelordiploma hebben en bereid zijn om een Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), voor lesgeven op een hogeschool, of Basiskwalificatie Onderwijs (BKO), voor lesgeven op een universiteit, te behalen. Deze kwalificaties behaalt u tijdens het lesgeven.