Foto: Fillin

1 oktober 2020

Scholen en bijscholen via kenniscommunities

Gepensioneerde vakmensen die ingezet worden om hun technische kennis over te brengen op nieuwe instroom en voor bijscholing. Fillin werkte dit idee uit. Lex Gerritsen van Fillin doet niet anders dan bedrijven helpen met het behouden en intern overgedragen van hun kennis.

“Ik ben groot voorstander van bedrijfsscholen, waar de praktijk van het vak leidend is. Maar je kunt nog zoveel bedrijfsscholen opzetten om kennis de sector in te krijgen, ik zie het kritieke punt toch veel meer in goede technici die in staat zijn hun vak over te dragen,” aldus Lex Gerritsen, directeur en ketenbouwer bij Fillin. “Goede technici, dat is nu net het probleem zou je zeggen. Waar haal je die vandaan? Als er al mensen zijn dan worden die gelijk in gezet voor productie en niet voor kennisoverdracht. Hoe belangrijk iedereen dat ook vindt. Toch kan het wel. Namelijk door inzet van gepensioneerden.”

"Je ziet dat deze mensen, nadat zij een tijdje van hun pensioen genoten hebben, best weer iets willen doen. En als ze aangesproken worden op hun kennis van de techniek, vaak ook hun passie, gaan ze helemaal los. Dit idee zijn we verder gaan uitwerken en is de corebusiness van Fillin. We faciliteren bedrijven op het ontwikkelen en borgen van kenniscontinuïteit. En dat doen we via kenniscommunities van gepensioneerde technici. Kort gezegd komt het er op neer dat seniore vakmensen hun technische kennis overbrengen vaak op nieuwe instroom, maar ook op mensen die intern zich weer verder ontwikkelen. Zo heeft Fillin binnen de Railtechniek monteurs van niveau 2 naar niveau 3 gekregen. Maar ook bijvoorbeeld een leertraject ontwikkeld voor daarna. Niet gericht op niveau behalen, maar op de concrete inzetbaarheid binnen het werk. Inwerken van onze mensen was niet nodig, omdat onze mensen bekend zijn met de branche en het werk daarbinnen. Ook hoefde er door het railbedrijf geen eigen personeel uit de productie gehaald te worden. Het is een win-win-win situatie. De bedrijven worden ontzorgd en behouden hun kennis, de gepensioneerden blijven actief betrokken, en dat in een branche waar kennis en personeel hard nodig is."

“Moeten wordt mogen,” aldus Ton de Zwart (68), één van de gepensioneerde vakmensen: “Bij GVB heb ik voor de monteurs werkbeschrijvingen gemaakt voor de onderhoudsbeurten van het nieuwe metro materieel voor de Noord/Zuidlijn, de M5. Wat ik zo leuk vind aan deze manier van werken is dat ik een bijdrage kan leveren aan het slagen van het bedrijf, en dat ik dat kan doen vanuit een redelijk onafhankelijke rol. Ik moet niet meer zo nodig, maar het mag.”

“De drie O’s helpen wij zo ook in het realiseren van hun doelstellingen. De overheid ziet met dit concept een bijdrage in haar beleid om meer technici te krijgen, de ondernemingen krijgen beter inzetbaar personeel en worden ontzorgd bij de realisatie hiervan en het onderwijs kan op deze manier in de samenwerking met de ondernemingen de beroepspraktijkvorming een kwaliteitsimpuls geven. Provincies, gemeenten en ook grote bedrijven als Alliander, TKF, Van Lente zijn dan ook enthousiast. Toch is binnen het mkb deze aanpak nog vrij onbekend. Terwijl de capaciteit binnen mkb-bedrijven vaak te beperkt is om veel aandacht te besteden aan het inwerken, laat staan aan het overdragen van bestaande kennis. En de behoefte is er. Ik zie het ook wel als een soort cultuuromslag die wij in gang aan het zetten zijn. Want er is veel winst voor deze bedrijven. Goede opvang en begeleiding van (nieuw) personeel maakt dat mensen langer bij je blijven. Deze investering levert op de lange termijn dan ook veel meer op dan deze op de korte termijn kost.”

Nog even hoe het in zijn werk gaat. "We werken met een kennisnetwerk in de regio. Van gepensioneerden daarbinnen bekijken wij in hoeverre ze het technische vakmanschap beheersen en passen bij de in die regio aangesloten bedrijven, en zo ja welke. Vanuit Fillin leveren we de didactische en bedrijfskundige begeleiding waarmee we ervoor zorgen dat zij in staat zijn hun kennis op efficiënte manier over te dragen aan de nieuwe instroom bij die bedrijven, of net welke eventuele andere kennisklus zich voordoet. Als een bedrijf nieuwe instroom heeft, de beroepspraktijkvorming gaat organiseren, met nieuwe machines gaat werken of andere uitdagingen op het gebied van kennisbehoud of -ontwikkeling heeft, dan zorgen wij voor de juiste match. Omdat zij de branche en soms zelf het bedrijf al kennen is inwerken niet nodig en als de klus geklaard is gaan ze weer weg."

Meer weten?
www.Fillin.nl of via Lex Gerritsen: lex@fillin.nl.