Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Leven lang ontwikkelen (LLO) is een van de arbeidsmarktthema’s van dit moment. Om mee te kunnen in de snel veranderende samenleving met steeds weer andere vraagstukken, wordt het continu leren en ontwikkelen steeds belangrijker. De medewerker zelf, maar ook werkgevers, onderwijsinstellingen en overheid spelen daar een rol in en hebben hun eigen verantwoordelijkheid in. Fontys Hogeschool ontwikkelde een tool die hier inzicht in geeft.
Begin dit jaar rondde Marian Thunnissen een onderzoek af naar regionale samenwerking op het gebied van LLO. Thunissen: ‘Daarin viel op hoeveel partijen eigenlijk in de regio een rol spelen op dit thema. Er is een aantal actoren dat zich richt op een specifieke doelgroep (bijv. de werkzoekende), maar er is ook een fors aantal actoren dat zich richt op zowel werkgevers, werkenden en werkzoekenden (of zelfs nog breder). De hoeveelheid betrokkenen en de brede doelgroep kan voor hen verwarrend zijn. Immers, dat maakt voor hen dat het veel minder duidelijk is bij wie zij nu precies voor ondersteuning kunnen aankloppen’.
Doel tool
‘Om die reden’, vertelt Marian Thunnissen hebben wij - Ellen Koop-Spoor, Mariëlle Rosendaal en ik - het speelveld in kaart gebracht en is de tool ‘Speelveld Leven Lang Ontwikkelen’ ontstaan. Rosendaal vult aan 'het doel van de tool is om werkgevers inzicht te geven in welke actoren betrokken zijn bij LLO, welke rol zij spelen, en op welke doelgroep zij zich in hun dienstverlening richten. Op basis van deze informatie kunnen werkgevers beter bepalen met wie zij in contact kunnen treden om een bijdrage te leveren aan LLO’.
Hoe werkt de tool?
‘De tool bestaat uit een startscherm en spelerskaarten. Op het startscherm maken we onderscheid tussen kernspelers en overige actoren.
Kernspelers
Werkenden, werkzoekenden en werkgevers worden vaak als de ‘eindgebruikers’ van LLO gezien. LLO draait om de ontwikkeling van het individu: de werkende en de werkzoekende. Werkgevers spelen daar een cruciale rol in. In de eerste plaats naar hun medewerkers toe: hoe kan bijgedragen worden aan de duurzame en ontwikkeling van de eigen medewerkers? ‘We zien echter’, zegt Thunnissen ‘dat op de arbeidsmarkt het potentieel van werkzoekenden onvoldoende wordt benut. Organisaties zoals gemeenten en UWV proberen daar verandering in te brengen, maar ook werkgevers hebben daar een rol in. Daarom vormen deze drie actoren wat ons betreft de kern van het speelveld. Zij zijn dan ook in het hart van de tool geplaatst'.
Overige actoren
'Vervolgens is er een grote groep actoren betrokken bij de financiering, beleidsvorming en de uitvoering van LLO. We zien dat zij zich onderscheiden in:
De startpagina van de tool laat met verschillende kliks zien welke actoren er zijn, welke rol zij hebben, op wie zij zich richten en op welke schaal zij werken. Een spelerskaart is een informatiekaart naar een specifieke actor, met een extra toelichting op de bijdrage die de actor levert aan LLO en op welke site(s) aanvullende informatie over deze actor gevonden kan worden’.
Wat valt op
‘De tool bevestigt’, zegt Ellen Koop-Spoor ‘nogmaals de fragmentatie in het regionale speelveld. Bovendien laat de visualisatie zien dat een groot aantal actoren op het snijvlak van regionaal en landelijk zit, en maar een paar actoren vormen de verbinding tussen regionaal en sectoraal. Dat vinden we zorglijk, omdat juist de meest dringende vragen op de arbeidsmarkt te maken hebben met het switchen van baan tussen twee sectoren - van medewerkers in de reisbranche naar de zorg, bínnen een bepaald regionaal werkgebied. Het zou dus goed zijn als de actoren die in de sectoren actief zijn, ook een grotere rol krijgen in LLO in de regio.
Dat geldt ook voor de vertegenwoordigers van de kernspelers: de werkgeversorganisaties en de vakbonden. Zij hebben een alles dekkend werkgebied - landelijk, sectoraal en regionaal – maar hebben vaak géén directe beleidsbepalende rol. Zij zijn vooral belangenbehartigers en spreekbuis. Er wordt wel mét en óver hen gesproken, maar zij hebben geen beleidsbepalende stem. Ook de aanbieders van onderwijs- en ontwikkel, en mobiliteitsmogelijkheden hebben geen expliciete beleidsbepalende rol. Alleen als zij actief mee kunnen praten en beslissen over de vormgeving van een regionale LLO-aanpak die past bij hun behoeften en mogelijkheden kunnen er gerichte stappen gezet worden'.
Meer weten
De tool is ontwikkeld door het lectoraat Dynamische Talentinterventies van Fontys Hogescholen. De tool mag door iedereen gebruikt worden, mits je gebruik maakt van bronvermelding.
Mis je een actor in het overzicht? Of zijn er aanpassingen of aanvullingen nodig in een rol, primaire doelgroep of werkgebied? Neem dan contact op met lectoraattalent@fontys.nl