Paul Nijhuis © TP

21 oktober 2020

Voor mkb-metaal is hybride techniek opleiden kansrijk

De metaalbewerking is een omvangrijke sector met diverse branches en uiteenlopende werkzaamheden. “De instroom van goed gekwalificeerde medewerkers is voor onze bedrijven van cruciaal belang,” aldus Paul Nijhuis, senior beleidsadviseur bij OOM, het opleidings- en ontwikkelfonds, “de uitval in de BBL moet dan ook zo klein mogelijk zijn.”

“Bedrijven in het mkb-metaal hebben een andere dynamiek dan de bedrijven in de grootmetaal”, aldus Nijhuis. “De 14.000 bedrijven die bij ons zijn aangesloten, hebben gemiddeld zo’n 11 man in dienst. Zij hebben meestal geen aparte personeelsfunctionaris of hrm-afdeling die de scholing regelt en medewerkers begeleidt bij loopbaanontwikkeling. De rol van OOM als scholingsadviesbureau in de metaalbewerking geeft juist op dit gebied goede ondersteuning. Een leven lang ontwikkelen staat daarbij hoog in het vaandel.’

Opleidingsrendement
Nijhuis: “Een van de strategische ambities van OOM is het verhogen van het opleidingsrendement. Praktijkleren staat centraal in onze sector. We streven ernaar dat het slagingspercentage in de BBL zo groot mogelijk is, en dat leerlingen de opleiding binnen de tijd die daarvoor staat afronden. We proberen dit onder andere te bereiken via de deskundigheidsbevordering van praktijkopleiders. Deze spelen immers een belangrijke rol in de beroepspraktijkvorming van leerlingen. Ook zetten we in op de versterking van de positie van bedrijfsvakscholen metaaltechniek en de regionale samenwerkingsverbanden school & bedrijf. De regio’s worden steeds belangrijker, zeker bij zo’n vraagstuk als aansluiting onderwijs-bedrijfsleven.“

Hybride techniekopleider
“Bij het project hybride techniekopleider trekken wij samen op met Wij-techniek (fonds van installatiesector) en A+O Metalektro (fonds van  het grootmetaal). Een traject van een jaar waarbij de deelnemers na afloop een Pedagogisch Didactisch Diploma (PDD) ontvangen.
Tijdens dit traject blijven de werknemers in dienst bij het eigen bedrijf, de roc’s bieden ze een stageplek en zorgen voor de begeleiding. Inmiddels lopen er in alle regio’s projecten.
Het PDD is dan wel niet de formele onderwijsbevoegdheid om zelfstandig voor de klas te staan, maar wel een om in het onderwijs actief te zijn wat bijdraagt aan de overdracht van actuele praktijkkennis aan leerlingen. Voor het mkb-metaal is hybride techniekopleiden heel kansrijk. Metaalbedrijven kunnen het docententekort echter niet oplossen.”

Visie op kwaliteit
“Het onderwijs en bedrijfsleven moeten dichterbij elkaar komen, zodat er een betere kwalitatieve aansluiting komt tussen beiden. Bij verschillende bedrijven bestaat er een aarzeling over het onderwerp hybride docent. Veel bedrijven hebben het nog steeds hartstikke druk waarbij ze (zekere voorafgaand aan de pandemie) op zoek zijn naar nieuwe medewerkers. Een reactie: ‘dan komt het onderwijs ook nog eens, en wil mensen weghalen uit ons bedrijf. Laat het onderwijs haar eigen probleem oplossen en laat ons met onze eigen mensen bezig zijn’. Natuurlijk is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wat goed zou zijn,” aldus Nijhuis“ is als het bedrijfsleven aan zou geven waar zij zouden kunnen helpen. Praktijkopleiders hebben al een connectie met het roc. De ervaring die zij hebben zou beter benut kunnen worden. Ook de regionale bedrijfsvakscholen metaaltechniek kunnen met hun praktijklocatie en - uitrusting en hun bestaande contacten met roc’s en vmbo’s een brug slaan. Zij hebben geschikte locaties qua leerwerkomgeving qua machinerie maar ook qua praktijkbegeleiding. Mijn advies: laat het onderwijs daar meer gebruik van maken zodat er meer maatwerk en op praktijk gebaseerde (modulaire) opleidingsroutes ontstaan. Het komt wel voor, maar vooralsnog op kleine schaal.” Nijhuis: “Het is een combinatie van factoren waarom hier niet meer op gebeurt. Dit vraagt vanuit zowel de kant van het onderwijs als die van het bedrijfsleven iets verder kijken dan de dag van vandaag en morgen. Misschien vindt Johannes of Ahmed van constructiebedrijf De Vries het best interessant om eens voor de klas te staan. Haal dan het contact aan dat je hebt bij de opleiding en heb het daar eens over. Op haar beurt zou het helpen als het onderwijs meer oog heeft voor de bedrijven. Kijk niet alleen of het roostertechnisch past maar hou ook rekening met de uitvoeringspraktijk van de mkb-metaalbedrijven. Als juist op de donderdagmiddag de piek ligt in de productie, probeer dan of de praktijkles op een andere dag kan.  Als je echt de intentie hebt op samen werken, dan lukt dat ook. Daar ben ik echt van overtuigd. Dan zoek je oplossingen die voor beiden waardevol zijn en meerwaarde leveren.
Alles begint natuurlijk met het opbouwen van een relatie. Regelmatig hoor ik werkgevers klagen: ‘als wij contact zoeken is, nemen ze de telefoon niet op, of krijgen we steeds weer iemand anders aan de lijn. En als ze dan in mijn bedrijf komen, dan komt er iemand die van toeten noch blazen weet’. Er is kortom samen nog een wereld te winnen.”

Samenwerking
“Ik zie dat metaalbedrijven wel wat meer open staan voor samenwerking met het onderwijs dan zo’n tien jaar geleden. Als je kijkt naar de relatie die de bedrijven hebben met de bedrijfsvakscholen dan zie je duidelijke voordelen. Die verzorgen gedeeltelijk de beroepspraktijkvorming van BBL-leerlingen en ontzorgen daarmee het bedrijf. Dat is een belangrijke meerwaarde van een bedrijfsvakschool. Er zijn zo’n 30 bedrijfsvakscholen in Nederland. Behalve ontzorging ziet OOM deze bedrijfsvakscholen als een strategie om de kwaliteit van leerlingen naar een hoger niveau te brengen. Voor bedrijven zijn deze bedrijfsvakscholen interessant. Want ze weten dat dit goed gekwalificeerde mensen oplevert waarbij OOM een belangrijk deel van de opleidingskosten vergoedt. Elke twee jaar worden de behaalde opleidingsresultaten van de bedrijfsvakscholen door ons geaudit.”

Nijhuis: “Het delen van onderwijs zie ik als pure winst. Niet het delen van docenten maar de onderwijsinhoud zoveel mogelijk in gezamenlijkheid met de praktijk vanuit het bedrijfsleven vormgeven. Dus bedrijven intensiever betrekken, laten meedenken bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van (modulaire) lesprogramma’s. Ik zou het heel mooi vinden als de roc’s nog actiever gaan afstemmen met praktijkopleiders en de bedrijfsvakscholen metaaltechniek. Concreet kunnen scholen bijvoorbeeld hun deskundigheid  op pedagogische en didactische vaardigheden daar inbrengen. Dan heb je echt een optimaal model hybride praktijkdocentschap; zowel voor leerlingen als voor meer ervaren werknemers in het kader van leven lang ontwikkelen.”

Over OOM

OOM is het opleiding- en ontwikkelingsfonds in de metaalbewerking met circa 14.000 bedrijven en 145.000 werknemers. Zij geeft voorlichting en advies over scholing en ontwikkeling en draagt financieel bij in de kosten daarvan. Dit gebeurt op basis van cao-afspraken die zijn gemaakt door sociale partners in de sector.