M/V Havo/vwo

In de Monitor Techniekpact van 2023 wordt er speciale aandacht besteed aan de keuzes die mannen en vrouwen maken op het gebied van onderwijs en werk. Binnen het thema havo/vwo zijn er gegevens verzameld om antwoord te krijgen op de volgende vragen: kiezen jongens of meiden vaker voor een bètatechnisch profiel op havo en vwo? In welke verhoudingen/ratio’s jongens en meiden resulteert dat in de klas? Hoe zit het met doorstroom naar bètatechnische opleidingen in het hoger onderwijs? En wat zeggen de trends van de afgelopen tien jaar? 

De onderwijsdata worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 29 juni 2023.

Monitor Techniekpact

Zelf aan de slag?

Vragen? Bronnen
Let op: buttons openen in een nieuw tabblad.

M/V: aandeel havo/vwo-leerlingen met N-profiel (4e leerjaar) | Waar in 2012/13 jongens beduidend vaker kozen voor een Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek (N-profiel) dan meiden (51% tegenover 41%), is dat in 2022/23 voor het eerst niet meer het geval: 45% van de meiden en 45% van de jongens kiest voor bètatechniek.

Als we de trend over de jaren bekijken, is vanaf 2012/13 enkele jaren een toename te zien van zowel het aandeel jongens als meiden met een N-profiel in het vierde leerjaar. Vanaf 2015/16 begon dit bij jongens te dalen en bij meiden vanaf 2018/19.
In 2018/19 koos 48% van de meiden voor een N-profiel. In 2021/22 is het aandeel met 4 procentpunt gezakt naar 44%. Opvallend is dat het aandeel meiden dat een N-profiel kiest, afgelopen jaar (2022/23) voor het eerst weer licht is toegenomen, tot 45%.
Van de jongens koos 55% in 2014/15 voor een N-profiel, dit is met 10 procentpunt gedaald naar 45% in 2022/23. Wanneer je het over tien jaar bekijkt, is het aandeel meiden met een N-profiel toegenomen met 4 procentpunt, en bij jongens afgenomen met 6 procentpunt.

Havo
Op de havo koos 32% van de meiden in 2012/13 voor een bètatechnisch vakkenpakket. Dit steeg tot 39% in 2016/17, waarna het aandeel drie jaar gelijk bleef. Hierna zakte het tot 35% in 2021/22. In 2022/23 jaar is het aandeel weer iets toegenomen tot 36%. Het aandeel jongens dat in 2012/13 koos voor een N-profiel was 43%. Dit liep op tot 47% in 2014/15, waarna het in 2015/16 weer terugliep. In 2022/23 koos nog 36% van de jongens voor een bètatechnisch profiel. Over tien jaar bekeken gaat het om een toename van 4 procentpunt bij meiden, en een afname van 7 procentpunt bij jongens. Op de havo is het aandeel jongens en meiden dat kiest voor een N-profiel voor het eerst gelijk in 2022/23 (36%).

Vwo
In 2012/13 koos 53% van de meiden op het vwo voor een N-profiel, waarna het aandeel steeg tot 60% in 2016/17. Na 2017/18 liep het aandeel terug tot 56% in 2021/22. In 2022/23 is het aandeel weer toegenomen, naar 58%. Van de jongens op het vwo koos 62% in 2012/13 voor een bètatechnisch vakkenpakket. Dit aandeel steeg tot 66% in 2014/15. Direct daarna zette de dalende lijn in tot 57% in 2021/22, maar deze steeg weer tot 59% in 2022/23. Bekeken over een tijdsbestek van tien jaar vond op het vwo een stijging plaats van 5 procentpunt van het aandeel meiden dat kiest voor een N-profiel, tegenover een afname van 3 procentpunt van de jongens.

Lees meer

Ratio m/v havo/vwo-leerlingen met N-profiel (4e leerjaar) | De verhouding jongens en meiden in de bètatechnische profielen als het gaat om aantallen in het vierde leerjaar van de havo en het vwo tezamen, is vrij goed in balans. Deze trend is terug te zien over de afgelopen tien jaar, waarbij wel zichtbaar is dat meiden steeds meer vertegenwoordigd zijn. In 2012/13 bestonden de klassen van de natuurprofielen gemiddeld uit 46% meiden, tegenover 54% jongens. In 2022/23 bestaat de verdeling van het aantal havo/vwo-leerlingen met een bètatechnisch profiel uit 52% meiden en 48% jongens.

Havo
Op de havo zijn in 2022/23 de meiden met een N-profiel voor het eerst  in de meerderheid, met een ratio van 51% meiden om 49% jongens. Tien jaar geleden waren in het vierde leerjaar de jongens juist (behoorlijk) in de meerderheid in de natuurprofielen: 57% jongens om 43% meiden.

Vwo
Wanneer je kijkt naar de verdeling van jongens en meiden met een N-profiel in het vierde leerjaar van het vwo, dan zijn de meiden in 2022/23 ook hier in de meerderheid: 53% meiden tegenover 47% jongens. In 2012/13 lag de verhouding op 49% meiden en 51% jongens.

Lees meer

M/V: doorstroom havo/vwo-leerlingen met n-profiel naar bètatechnische opleiding in ho | Jongens stromen vanuit havo/vwo veel vaker door naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs dan meiden. Van de havo/vwo gediplomeerden met een N-profiel in 2021/22 gaat het om 71% van de jongens tegenover 40% van de meiden. Van alle havo/vwo gediplomeerden in totaal in 2021/22 stroomt 43% van de jongens door naar een bètatechnische opleiding, tegenover 22% van de meiden. Onder degenen die diplomeren met een maatschappijprofiel stromen jongens ook vaker door dan meiden (15% van de jongens tegenover 6% van de meiden).

Over een tijdsbestek van tien jaar is er bij meiden met een N-profiel een stijging zichtbaar, terwijl het aandeel jongens gelijk gebleven is. In 2011/12 stroomde 36% van de meiden met een N-profiel door naar bètatechnisch hoger onderwijs, bij de jongens ging het om 71%. In de jaren die hierop volgden nam dit aandeel bij beide groepen toe, waarna de trend gestaag daalde. In 2014/15 koos 76% van de jongens voor een opleiding in de bètatechniek in het hoger onderwijs. Hierna liep het aandeel terug naar 70% in 2020/21. In het laatste jaar (gediplomeerden 2021/22) is het percentage wel licht toegenomen tot 71%. Na tien jaar is het aandeel dat kiest voor bètatechniek dus gelijk gebleven aan het aandeel in 2011/12. Bij meiden steeg het aandeel tot 43% in 2014/15. Hierna zette ook hier een lichte daling in. In de afgelopen drie jaar koos 40% voor een bètatechnische vervolgopleiding in het hoger onderwijs. Ten opzichte van tien jaar terug is dit wel een flinke stijging van 4 procentpunt: in 2011/12 lag het aandeel op 36%.

Havo
Op de havo is het verschil in studiekeuze (bètatechniek) tussen jongens en meiden groter dan op het vwo. 67% van de jongens die een havo-diploma met een N-profiel haalde in 2021/22, stroomde door naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs. Dit gold voor 27% van de meisjes met een N-profiel.

Tien jaar geleden (gediplomeerden 2011/12) stroomde 70% van de jongens na het behalen van hun havo-diploma met N-profiel door naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs, tegenover 24% van de meiden. Bij jongens steeg het aandeel tot 74% in 2014/15 waarna het zakte tot 66% (2020/21). In 2021/22 is dit aandeel weer licht toegenomen tot 67%. Het aandeel meiden met een N-profiel dat een bètatechnische opleiding koos, steeg tot 2014/15 en 2015/16 naar 32%, maar daalde hierna tot 27% in 2020/21. In 2021/22 is het aandeel meiden gelijk gebleven. Wanneer je de doorstromers bekijkt in een periode van tien jaar, is het aandeel meiden met een N-profiel dat kiest voor bètatechniek na hun havo-diploma toegenomen met 3 procentpunt. Bij jongens is het aandeel met 3 procentpunt afgenomen.

Vwo
In 2011/12 stroomde vanuit het vwo 73% van de gediplomeerde jongens met een N-profiel door naar een bètatechnische vervolgopleiding, tegenover 45% van de meiden. Bij jongens steeg het aandeel naar 78% in 2013/14 en na 2014/15 zakte het weer. In 2019/20 koos 73% van de jongens voor een bètatechnische opleiding in het ho, en dit aandeel is afgelopen jaar met 1 procentpunt toegenomen tot 74% (vwo-gediplomeerden met een N-profiel in 2021/22). Ook bij meiden steeg het aandeel dat doorstroomde een aantal jaren, tot 52% in 2014/15. Na 2016/17 zette een geleidelijke daling in, tot het aandeel uiteindelijk stabiliseerde op 49% in 2019/20 (tot heden; gediplomeerden met een N-profiel in 2021/22). In tien jaar tijd betekent dit een toename in keuze voor bètatechnische opleidingen van 1 procentpunt bij jongens en 4 procentpunt bij meiden.

Lees meer

Ratio m/v havo/vwo-leerlingen met N-profiel die doorstromen naar een bètatechnische opleiding in het ho | Van de gediplomeerden met een N-profiel die vanuit havo/vwo naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs doorstromen, bestaat het merendeel uit jongens als je kijkt naar aantallen. In 2021/22 gaat het om een ratio van 64% jongens tegenover 36% meiden. De verhouding is de afgelopen tien jaar naar elkaar toegegroeid. In 2011/12 lag de verhouding op 30% meiden tegenover 70% jongens.

Havo
Met name vanuit de havo is het ratioverschil groot. Tien jaar geleden (2011/12) was 20% vrouw en 80% man. Tien jaar later (2021/22) is dat iets naar elkaar toegegroeid: 28% meiden tegenover 72% jongens. Wel moet daarbij worden opgemerkt dat deze ratio al sinds 2015/16 geen duidelijke trend meer vertoont.

 Vwo
Ook na het behalen van een vwo-diploma met N-profiel, zijn meiden in de minderheid bij het absolute aantal doorstromers naar bètatechnische opleidingen. Dit verschil is echter minder groot dan vanuit de havo. In 2021/22 bestond de ratio uit 41% meiden en 59% jongens. De verhouding is over de jaren iets naar elkaar toegegroeid; tien jaar ervoor (2011/12) was de verhouding 37% meiden en 63% jongens.

 

Lees meer

Meer Monitor Techniekpact onderdelen

vmbo profielkeuze en doorstroom naar mbo
havo/vwo profielkeuze en doorstroom naar ho
mbo instroom en gediplomeerden
ho instroom en gediplomeerden
arbeidsvraag en -tekorten
kenmerken technische arbeidsmarkt
Publicaties