Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
In de Monitor Techniekpact van 2023 wordt er speciale aandacht besteed aan de keuzes die mannen en vrouwen maken op het gebied van onderwijs en werk. Binnen het thema leraren zijn er gegevens verzameld om antwoord te krijgen op de volgende vragen: hoeveel mannen en vrouwen stromen jaarlijks in in de bètatechnische lerarenopleidingen, en hoe verhoudt dit zich tot de andere bètatechnische opleidingen? In welke verhoudingen resulteert dat? En welk deel van de bètatechnische lesuren in het voortgezet onderwijs wordt door vrouwen gedoceerd?
De onderwijscijfers worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 29 juni 2023.
M/V: aantal instroom lerarenopleidingen exact/beroepsgericht | In 2022/23 kozen 667 vrouwen voor een lerarenopleiding exact of beroepsgericht, tegenover en 810 mannen. Tien jaar geleden bedroeg dit aantal respectievelijk 722 en 1.229. Er is dus zowel een daling te zien bij vrouwen als bij mannen. Bij de mannen is er een constante daling waar te nemen, terwijl het aantal vrouwen tot aan 2016/17 steeg, waarna het begon af te nemen. Waar het aantal vrouwen de afgelopen tien jaar met 8% is afgenomen, is het aantal mannen met 34% afgenomen.
M/V: populariteit bètatechnische lerarenopleidingen | Vrouwen kiezen relatief vaker dan mannen voor een bètatechnische lerarenopleiding, in vergelijking met een bètatechnische opleiding. In de eerstegraads opleidingen kiest in 2022/23 2,8% van de vrouwen een bètatechnische lerarenopleiding (ten opzichte van een ‘reguliere’ bètatechnische masteropleiding), tegenover 2,3% van de mannen. In de tweedegraads opleidingen (t.o.v. instroom in bètatechnische bacheloropleidingen) gaat het om 5,7% van de vrouwen en 2,9% van de mannen.
Zowel voor mannen als vrouwen is de populariteit van de lerarenopleidingen de afgelopen tien jaar gedaald. In 2012/13 waren de percentages bij de eerstegraads bètatechnische lerarenopleidingen ten opzichte van bètatechnische masteropleidingen respectievelijk 4,6% (vrouwen) en 3,6% (mannen). Bij de tweedegraads bètatechnische lerarenopleidingen ten opzichte van de bètatechnische bacheloropleidingen waren in dat jaar de percentages respectievelijk 9,4% (vrouwen) en 4,5% (mannen).
M/V: ratio instroom lerarenopleidingen exact/beroepsgericht | De man/vrouw verhouding qua aantallen in de instroom van de bètatechnische lerarenopleidingen is 55% versus 45% in 2022/23. De afgelopen tien jaar is de vertegenwoordiging vrouwen in de bètatechnische lerarenopleidingen sterk toegenomen: in 2012/13 was de verhouding nog 63% man versus 37% vrouw.
De vertegenwoordiging vrouwen is met name toegenomen bij de exacte hbo-opleidingen (zowel eerstegraads als tweedegraads). Bij de tweedegraads exacte hbo-opleiding liggen in 2022/23 de percentages het dichtst bij elkaar van alle lerarenopleidingen (51% man versus 49% vrouw). Bij de tweedegraads technisch beroepsonderwijs hbo-opleidingen liggen de percentages het verst uit elkaar (82% man versus 18% vrouw).
Aandeel bètatechnische lesuren gegeven door vrouwen | In de grafiek is te zien dat er nog steeds meer mannen dan vrouwen bètatechnische lesuren verzorgen in het voortgezet onderwijs: 39% van deze lesuren wordt gegeven door vrouwen en 61% door mannen.1, 2
De afgelopen tien jaar is het percentage vrouwen wel flink toegenomen. In 2011 werd 29% van de bètatechnische lesuren door vrouwen gegeven, in 2021 is dat 39%. Het aandeel vrouwen dat bètatechnische lesuren verzorgt, is daarmee (relatief) met 32% toegenomen in 2021 ten opzichte van 2011. Als we dit vergelijken met niet-bètatechnische lesuren, zien we of dit een algemene trend is, of een toename specifiek voor bètatechniek.
In 2021 werd 55% van de niet-bètatechnische lesuren verzorgd door vrouwen. Dit aandeel was in 2011 51% en is daarmee (relatief) met 9% toegenomen de afgelopen tien jaar. Dit betekent dat er sprake is van een inhaalslag van vrouwen die in het voortgezet onderwijs bètatechnische lesuren verzorgen; omdat de toename van 32% een stuk hoger is dan de 9% bij niet-bètatechnische lesuren.
1. De meest recente cijfers zijn van peildatum 2021. Bron cijfers: DUO open onderwijsdata. Lesgevend personeel in het vo en Gegeven lesuren in het vo.
2. Bij DUO zijn geen gegevens bekend van de jaartallen 2010 en 2012. Om die reden zijn deze leeg in de grafiek.