Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
In de Monitor Techniekpact is er extra aandacht voor de keuzes die mannen en vrouwen maken in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Binnen het thema mbo zijn data verzameld om antwoord te vinden op de volgende vragen: welk deel van de mannen en welk deel van de vrouwen die instromen in het mbo, kiezen voor bètatechniek? In welke verhoudingen resulteert dat, en hoe zit dat per instelling? Welke sectoren (mbo-domeinen) zijn populair onder mannen, en welke onder vrouwen? Naar welke specifieke bètatechnische opleidingen trekken mannen en vrouwen toe, en in welke man/vrouw-verhoudingen resulteert dat?
De onderwijscijfers worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 27 juni 2024.
M/V aandeel studenten bètatechniek in het mbo | Binnen het middelbaar beroepsonderwijs kiezen vrouwen in 2023/24 nog altijd minder vaak voor een bètatechnische opleiding dan mannen. Het aandeel vrouwen dat kiest voor bètatechniek ten opzichte van het totaal aantal vrouwen dat een mbo-opleiding start, is momenteel 9%. Het aandeel bij de mannen ligt een stuk hoger, namelijk op 46%. Op niveau 4 kiezen vrouwen relatief het vaakst voor een bètatechnische opleiding, het aandeel is hier 11% (t.o.v. 40% bij de mannen). Op niveau 2 en 3 is het aandeel het laagst, namelijk 6% van de vrouwen, terwijl het mannen hier juist het vaakst voor bètatechniek kiezen (52% op niveau 2, 58% op niveau 3). Op niveau 1 kiest 10% van de vrouwen en 39% van de mannen voor een bètatechnische opleiding.
Qua ontwikkeling de laatste tien jaar, is een lichte toename te zien van zowel het aandeel mannen als het aandeel vrouwen dat kiest voor een bètatechnische mbo-opleiding. Het aandeel vrouwen dat kiest voor bètatechniek in het mbo was in 2013/14 7% en is in 2023/24 9%. Het aandeel mannen dat bètatechniek kiest, was 44% in 2013/14 en is 46% in 2023/24. Het laatste jaar is het aandeel bij vrouwen gelijk gebleven en bij mannen licht gedaald (met 1 procentpunt) ten opzichte van het jaar ervoor (2022/23).
Ratio m/v instromende studenten bètatechniek in het mbo | Binnen het bètatechnisch mbo zijn vrouwen nog altijd sterk in de minderheid. In 2023/24 bestaat de instroom in bètatechnische opleidingen voor 16% uit vrouwen en 84% uit mannen. De vertegenwoordiging van vrouwen is de afgelopen tien jaar slechts licht toegenomen. In 2013/14 was 13% van de instromende bètatechnische studenten vrouw en 87% man. Nadat de vertegenwoordiging vrouwen gedurende lange tijd 14% bedroeg, is dit de afgelopen twee jaar voor het eerst weer met 2 procentpunt toegenomen tot 16%.
De vertegenwoordiging van vrouwen binnen de instromende studenten van het bètatechnisch onderwijs is het hoogste op niveau 4, namelijk 25% v/75% m. Op niveau 1 is de verhouding in 2023/24 gelijk aan 16% v/84% m. Op niveau 2 en 3 is de vertegenwoordiging van vrouwen het laagste: slechts 7% v/93% m.
Ratio m/v bètatechnisch mbo naar domein | Het mbo kent zestien onderwijsdomeinen, waarbinnen alle opleidingen zijn ingedeeld. Bètatechnische opleidingen komen voor in twaalf van de zestien mbo-domeinen.1 De vraag is: hoe is de vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in bètatechnische opleidingen van deze twaalf domeinen? Dat zegt iets over de interesse van mannen en vrouwen in de (bètatechnische opleidingen van de) verschillende domeinen.
In de grafiek is te zien, dat er twee domeinen zijn waar vrouwen in de meerderheid zijn in de bètatechnische opleidingen. Dat zijn Media en Vormgeving (59% v/41% m) en Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek (58% v/42% m). Er is nog een derde domein, waar vrouwen flink zijn vertegenwoordigd in de bètatechnische studies. Dat is het domein Handel en ondernemerschap (49% v/51% m). In alle andere domeinen is de vertegenwoordiging van vrouwen juist lager dan 20%. De minste vrouwen kom je tegen bij de bètatechnische opleidingen in de domeinen Cross-over (0% v/100% m), Techniek en procesindustrie (4% v/96% m), Mobiliteit en voertuigen (4% v/96% m), Bouw en infra (6% v/94% m) en Informatie en communicatietechnologie (7% v/93% m).
Afgezien van de domeinen Handel en ondernemerschap en Entree is de vertegenwoordiging van vrouwen de afgelopen tien jaar in alle domeinen toegenomen.
1. De vier mbo-domeinen zonder bètatechnische opleidingen zijn Toerisme en recreatie, Zorg en welzijn, Economie en administratie en Horeca en bakkerij.
Aantal m/v bètatechnisch mbo naar domein | Er is een groot verschil tussen mannen en vrouwen in de keuze voor bètatechnische opleidingen binnen bepaalde domeinen van het mbo. Het is hierbij opvallend dat vrouwen vaker kiezen voor opleidingen in een specifiek domein, terwijl mannen zich meer verspreiden over verschillende domeinen. Bij deze grafiek kan worden opgemerkt, dat het totaalaantal per domein ook beïnvloed wordt door het aantal opleidingen dat wordt aangeboden.
Vrouwen die in 2023/24 kiezen voor een bètatechnische opleiding op het mbo, kiezen in 46% van de gevallen voor het domein Media en Vormgeving (2.779). Op plek 2 en 3 staan de domeinen Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek (713) en Entree (539). Het domein Media en Vormgeving heeft dus zowel een hoge vertegenwoordiging van vrouwen als een hoog totaal aantal vrouwen binnen de instromers in bètatechnische opleidingen. Vrouwen kiezen het minst vaak voor een opleiding binnen de domeinen Cross-over (0), Transport, scheepvaart en logistiek (121) en Mobiliteit en voertuigen (171).
Mannen die in 2023/24 kiezen voor een bètatechnische opleiding op het mbo, kiezen het vaakst voor een opleiding binnen het domein Techniek en procesindustrie (9.460), Informatie en communicatietechnologie (5.294) en Bouw en infra (4.093). Wederom is hier een duidelijke overeenstemming tussen de vertegenwoordiging van mannen (bovenstaande grafiek met ratio’s) en het aantal mannen dat instroomt in bètatechnische opleidingen per domein. Het minst vaak kiezen mannen voor een bètatechnische opleiding in de domeinen Cross-over (29) en Handel en ondernemerschap (192).
Ratio m/v bètatechnisch mbo naar instelling | De ratio m/v in het bètatechnisch mbo verschilt sterk per instelling. Deze verschillen in ratio’s hangen onder andere samen met het opleidingsaanbod. Bij de meeste mbo-instellingen zijn de mannen oververtegenwoordigd in de bètatechniek, maar er zijn een aantal instellingen waar meer dan de helft van de instromers in de bètatechnische opleidingen vrouw is.
De mbo-instellingen waar in 2023/24 meer dan de helft van de studenten die instromen in bètatechnische opleidingen vrouw is, zijn C I B A P (81% v/19% m), SG De Rooi Pannen (71% v/29% m), Nimeto (68% v/32% m), en SiNTLUCAS (67% v/33% m).
De instellingen waar mannen het sterkst vertegenwoordigd zijn, en waar minder dan een op de twintig instromers in de bètatechnische opleidingen vrouw is, zijn Hoornbeeck College (2% v/98% m) en SOMA College (2% v/98% m).
Instellingen waar de vertegenwoordiging van vrouwen de afgelopen tien jaar het meest is toegenomen zijn Mediacollege Amsterdam (met 16 procentpunt van 31% naar 47%), Lentiz (met 15 procentpunt van 13% naar 28%) en Noorderpoort (met 14 procentpunt van 10% naar 24%). Instellingen waar de vertegenwoordiging van vrouwen de afgelopen tien jaar relatief gezien het sterkst is toegenomen zijn het ROC Graafschap College (van 3% naar 9%), Hoornbeeck College (van 1% naar 2%) en ROC Gilde Opleidingen (van 3% naar 8%). De instellingen die pas na het jaar 2013/14 zijn opgericht, zijn hier logischerwijs niet in meegenomen.
Aantal m/v bètatechnisch mbo naar instelling | Naar welke instellingen trekken mannen toe die kiezen voor bètatechnische opleidingen, en waar trekken vrouwen juist naartoe? In de grafiek is de top-20 instellingen te vinden waar mannen en vrouwen voor kiezen, wanneer zij beginnen aan een bètatechnische mbo-opleiding. Absolute aantallen hebben onder andere te maken met opleidingsaanbod (welke bètatechnische opleidingen worden aangeboden en op hoeveel locaties) en de instellingsgrootte (aantal vestigingen en totale omvang studenteninstroom).
Als vrouwen kiezen voor een bètatechnische mbo-opleiding, kiezen zij in 2023/24 het vaakst voor een opleiding aan het SiNTLUCAS (445), het Grafisch Lyceum R’dam (438), en C I B A P (311). Vrouwen zijn op deze instellingen ruim vertegenwoordigd bij de instroom in bètatechnische opleidingen (zie voor de ratio m/v de grafiek hierboven).
Als mannen kiezen voor een bètatechnische mbo-opleiding, kiezen zij het vaakst voor een opleiding aan het ROC van Amsterdam (1.680), Koning Willem I College (1.674) en het Deltion College (1.560). Deze instellingen hebben zowel een hoog totaalaantal instromers in bètatechnische opleidingen als een sterke oververtegenwoordiging van mannen in deze opleidingen (zie voor de ratio m/v de grafiek hierboven).
Ratio m/v bètatechnisch mbo naar opleiding | Er zitten grote verschillen in de ratio m/v tussen verschillende bètatechnische opleidingen. In welke opleidingen zijn vrouwen oververtegenwoordigd, en in welke mannen?
Bètatechnische mbo-opleidingen waar in 2023/24 80% of meer van de instromende studenten vrouw is, zijn: Decoratie- en restauratieschilder (93%), Fashion Tailor (89%), Ruimtelijk vormgever (88%) en Medewerker productpresentatie (87%). Er zijn nog enkele opleidingen waar minder dan eenvijfde van de instromers in 2023/24 man is, maar dat betreft hele kleine opleidingen (<10 instromers).
Er zijn in 2023/24 223 bètatechnische mbo-opleidingen waar de vertegenwoordiging van mannen bij de instroom 80% of hoger is. Van de 223 opleidingen waar mannen sterk zijn vertegenwoordigd in de instroom, zijn er 100 opleidingen waar geen enkele vrouw instroomt. Hierbij moet worden opgemerkt dat onder de opleidingen waar geen enkele vrouw instroomt, er 41 opleidingen zijn waar minder dan 5 mannen instromen.
De tien grootste opleidingen waarbij mannen sterk zijn vertegenwoordigd (meer dan 80%), zijn Software developer (2.730 instromers, waarvan 91% man), Technicus engineering (1.803, wv. 95% m), Timmerman (1.486 wv. 98% m), Expert IT systems and devices (1.363, wv. 96% m), Allround technicus voertuigen en mobiele werktuigen (1.230, wv. 96% m), Basis technicus voertuigen en mobiele werktuigen (1.151, wv. 96% m), Technisch specialist voertuigen en mobiele werktuigen (981, wv. 96% m), Monteur elektrotechnische installaties (944, wv. 98% m), Middenkaderfunctionaris bouw (936, w.v. 82% m) en Eerste monteur elektrotechnische installaties in de gebouwde omgeving (902, wv. 97% m).
In de afgelopen tien jaar is de vertegenwoordiging van vrouwen in de instroom bij 37 bètatechnische opleidingen toegenomen. Bij 10 bètatechnische opleidingen is de vertegenwoordiging gelijk gebleven, en bij 7 opleidingen gedaald. Kanttekening hierbij is dat veel opleidingen/kwalificatienamen zijn veranderd in tien jaar tijd; opleidingen die na 2013/14 zijn opgericht, of niet meer bestaan in 2023/24, zijn hier logischerwijs niet in meegenomen. Ook zijn hierbij alleen opleidingen meegeteld met minimaal 10 instromers in zowel 2013/14 als 2023/24.
Aantal m/v bètatechnisch mbo naar opleiding | Voor welke bètatechnische mbo-opleidingen kiezen in absolute aantallen de meeste vrouwen en mannen? In de grafiek is de top-20 te zien waar mannen en vrouwen voor kiezen.
Wat daarbij als eerste opvalt, is dat de verspreiding over bètatechnische opleidingen verschilt tussen mannen en vrouwen. Hoewel de absolute aantallen van de instromers onder de mannen hoger liggen, zijn mannen over het algemeen meer verspreid over verschillende opleidingen dan vrouwen. Ditzelfde patroon is ook te zien bij de verspreiding van mannen en vrouwen over de verschillende domeinen.
Vrouwen die kiezen voor een bètatechnische mbo-opleiding, kiezen in 2023/24 het vaakst voor de opleiding Mediavormgever (1.410, 23% van de bètatechnisch instromende vrouwen). Er zijn in 2023/24 273 bètatechnische mbo-opleidingen; daardoor is het opvallend dat ongeveer een vierde van de vrouwen die instroomt in bètatechniek, kiest voor een specifieke opleiding. Op nummer twee en drie staan Ruimtelijk vormgever (677) en Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie (477).
Als mannen kiezen voor een bètatechnische mbo-opleiding, kiezen zij in 2023/24 het vaakst voor Software developer (2.493; 8% van de bètatechnisch instromende mannen, kiest deze opleiding), Technicus engineering (1.718) en Timmerman (1.462)