Bronnen

In de Monitor Techniekpact wordt hoofdzakelijk gebruikgemaakt van data afkomstig van DUO, CBS en UWV. De grafieken en tabellen worden in de meeste gevallen gebaseerd op maatwerk dat Techniekpact opvraagt bij deze partijen. Op deze pagina is per thema een toelichting te vinden van de gebruikte bronnen en definities. Ook zijn links te vinden naar brondata.

Monitor Techniekpact

Vragen?
Let op: buttons openen in een nieuw tabblad.

Vmbo en doorstroom

Cijfers zijn afkomstig van DUO. In de draaitabellen kun je zelf aan de slag met DUO-cijfers.

Bij profielkeuze vmbo-bb/-kb en -gl zijn de volgende categorieën meegerekend tot bètatechniek: vakmanschapsroute techniek, techniek-breed (oude profielindeling), profielen 'maritiem en techniek', 'mobiliteit en transport', 'produceren, installeren en energie', 'bouwen, wonen en interieur' en 'media, vormgeving en ICT'. Bij zowel instroom (derdejaars vmbo) als doorstroomcijfers (vmbo naar mbo) is deze indeling toegepast.

Bij vmbo-tl en -gl is de indicator voor bètatechniek een vakkenpakket met natuurkunde-scheikunde (NaSk). Vakken worden alleen geregistreerd op het niveau van diploma’s en daarom zijn er geen cijfers van derdejaars, maar van gediplomeerden. In de theoretische leerweg is enkele jaren geleden een profielstructuur ingevoerd, maar deze data zijn niet volledig (over de gewenste tijdsperiode). Vandaar dat het gekozen vakkenpakket (NaSk) de indicator is.

Bij doorstroomcijfers zijn alleen de leerlingen meegenomen die daadwerkelijk doorstromen naar mbo, leerlingen die bijvoorbeeld naar havo gaan worden hier niet meegeteld. Als leerlingen na hun vmbo-diploma eerst gaan werken en later beginnen met mbo, zullen ze pas worden meegeteld zodra zij ingeschreven staan bij een opleiding. Doorstroomcijfers zijn gebaseerd op alle vmbo-leerlingen, omdat het mogelijk is om vanuit ieder profiel te starten met een technische mbo-studie. Het is daarbij mogelijk om in de grafieken gegevens te filteren op gevolgd vmbo-profiel en leerweg.

Havo/vwo en doorstroom

Cijfers zijn afkomstig van DUO. In de draaitabellen kun je zelf aan de slag met DUO-cijfers.

Bij zowel havo als vwo is het natuurprofiel (N-profiel) het uitgangspunt voor instroomcijfers in het vierde leerjaar. Daarbij worden alle profielcombinaties meegeteld waarin het N-profiel voorkomt.

Bij doorstroomcijfers is er zowel een grafiek voor ‘verwante doorstroom’ (N-profiel naar bètatechnisch hoger onderwijs) als totale doorstroom (alle profielen naar bètatechnisch hoger onderwijs). Bij doorstroomcijfers worden alleen leerlingen meegerekend die daadwerkelijk doorstromen naar hoger onderwijs. Leerlingen die niet staan ingeschreven op een opleiding, bijvoorbeeld omdat zij van havo naar vwo doorstromen, worden dus niet meegeteld. Als zij zich op een later moment inschrijven bij een studie, zullen ze pas vanaf dat studiejaar meetellen en zichtbaar worden in de doorstroomcijfers.

Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

Cijfers van mbo instroom en gediplomeerden zijn afkomstig van DUO. Ook voor deze cijfers geldt dat je in de draaitabellen zelf aan de slag kunt met DUO-cijfers.

Bij instroom betreft het eerstejaars in BOL (voltijd/deeltijd) en BBL, ongeacht diploma vooropleiding. Daarbij worden studenten meegeteld die in het eerste jaar van mbo zitten; zowel direct vanaf hun middelbare schooldiploma (direct) of via tussenjaar of werk (indirect). Doorstroom binnen het mbo wordt niet meegeteld om dubbeltellingen van studenten te voorkomen.

Bij gediplomeerden betreft het álle personen die een volledig mbo-diploma halen. Losse certificaten worden niet meegeteld. SBB heeft per opleiding bepaald of deze bètatechnisch is. Deze indeling wordt jaarlijks geüpdatet. De gebruikte indeling is van 2022. Deze indeling is toegepast over de gehele periode tot en met 2021/22.

Hoger onderwijs (ho)

Hoger onderwijscijfers zijn wederom afkomstig van DUO en beschikbaar via draaitabellen. Vanuit de commissie-Sminia zijn op basis van deskundigenoordelen en overleg met de opleidingen, studies in het hoger onderwijs ingedeeld in clusters. Daarbij worden twee clusters meegeteld tot bètatechniek: de opleidingen die behoren tot de CROHO-sectoren Natuur en Techniek en opleidingen buiten de CROHO-sectoren Natuur en Techniek met meer dan 50% bètatechniek. Jaarlijks updaten Platform Talent voor Technologie, Dialogic en DUO deze indeling met nieuwe opleidingen. De gebruikte indeling is van januari 2022.

Leraren

Cijfers van instroom en gediplomeerden van lerarenopleidingen zijn afkomstig van DUO en eveneens te vinden in de draaitabellen. De indeling van lerarenopleidingen is in 2021 herzien en filters daarvan zijn te vinden in de draaitabellen. 

Bij verhouding van instroom en gediplomeerden is een vergelijking gemaakt tussen keuze voor bètatechnische lerarenopleidingen versus bètatechnische opleidingen. Een leerling/eindexamenkandidaat met een bètatechnisch vakkenkpakket kwalificeert namelijk voor beide richtingen en zou daar potentieel in geïnteresseerd kunnen zijn. Data zijn daarbij uitgesplitst naar bachelor (tweedegraads, hbo) en master (eerstegraads, hbo en wo). Omdat het natuurlijk ook belangrijk is om zicht te hebben op de ontwikkeling van aantallen instromers en gediplomeerden (stijging of daling), tonen we ook de absolute aantallen instroom en gediplomeerden van bètatechnische lerarenopleidingen.

Arbeidsvraag- en tekorten

Cijfers van UWV geven inzicht in openstaande vacatures en krapte binnen verschillende beroepsklassen, zowel op landelijk als regionaal niveau. Techniekpact ontvangt ieder kwartaal data en update daarmee de monitor Techniekpact. Sinds enige tijd publiceert UWV op basis van deze indicatoren ook een dashboard, waarop je zelf informatie kunt vinden. Informatie over regionale openstaande vacatures is hier te vinden. Informatie over (regionale) spanning op de arbeidsmarkt is hier te vinden. Beide dashboards vullen elkaar aan om een beeld te vormen van de behoefte van de arbeidsmarkt. In het dashboard vacaturemarkt is vooral oog voor het kwantitatieve gedeelte ‘in welke beroepsgroepen is de (onvervulde) vraag groot en zijn veel mensen nodig’ en het dashboard spanningsindicator geeft aan voor welke beroepsgroepen het het moeilijkst is om een vacature in te vullen, ongeacht of het gaat om grotere of kleinere aantallen vacatures.

Cijfers van werkloosheid van technisch opgeleiden komen uit CBS maatwerk dat is samengesteld voor Techniekpact. Bij het berekenen van werkloosheidscijfers wordt alleen uitgegaan van de werkzame beroepsbevolking en wordt de niet-beroepsbevolking (logischerwijs) buiten beschouwing gelaten. Verder wordt de internationale definitie gehanteerd, die inmiddels ook in Nederland de leidende definitie is: werkzaam betekent minimaal 1 uur per week betaald werk in de leeftijdsklasse 15-75 jaar. Werkloos zijn alleen degenen die op zoek zijn naar werk. Gepensioneerden die niet zoeken naar een baan worden dus niet meegeteld omdat zij vallen onder de niet-beroepsbevolking.

Kenmerken van de technische arbeidsmarkt

Cijfers van kenmerken van de technische arbeidsmarkt zijn gebaseerd op CBS-data die voortkomen uit de Enquête Beroepsbevolking. CBS stelt voor het Techniekpact hieruit een maatwerktabel samen, dat is te vinden op de website van het CBS. In het maatwerk zijn toelichtingen, definities en afbakeningen van opleidingen, beroepen en sectoren te vinden.

In de Monitor Techniekpact 2023 zijn de arbeidsmarktdata iets gewijzigd ten opzichte van eerdere edities. Dit is het gevolg van een aanpassing in de onderliggende data die door het CBS worden verzameld en aangeleverd. De gegevens komen uit de Enquête Beroepsbevolking. De Enquête heeft in 2021 gedurende het jaar wijzigingen ondergaan, onder anderen om internationale vergelijkbaarheid te vergroten. In 2023 zijn correcties volledig doorgevoerd, om data van eerdere jaren met nieuwe cijfers te kunnen vergelijken (trends te analyseren).

Met ingang van de Monitor Techniekpact 2022 (dus de voorgaande editie) is de overstap gemaakt van de voorheen geldende Nederlandse definitie naar de nieuwe internationale definitie van beroepsbevolking. Daardoor wordt aangesloten bij de nationale en internationale standaarden. Deze definitieaanpassing houdt twee wijzigingen in: de leeftijdsafbakening en vanaf hoeveel uren betaald werk een persoon wordt meegeteld.

Ten eerste de leeftijdswijziging: de afbakening is van 15-65 jaar naar 15-75 jaar gegaan. Mede doordat pensioenleeftijd steeds hoger wordt, geeft dit een completer beeld van de werkzame beroepsbevolking in Nederland. Ook zijn er personen die kiezen om langer door te werken ondanks het behalen van een ‘pensioengerechtigde leeftijd’, en doordat zij betaald werk verrichten, maken zij onderdeel uit van de arbeidsmarkt. Zij worden nu wel meegeteld. (Gepensioneerde) personen die geen betaalde baan hebben en daar ook niet naar op zoek zijn, vallen onder de niet-beroepsbevolking en hebben daarom geen invloed op de cijfers.

Ten tweede de wijziging van het criterium van het aantal uren betaald werk. Het voormalige ‘Nederlandse’ criterium was minimaal 12 uur per week betaald werk. Het nieuwe, internationale en inmiddels ook in Nederland leidende criterium, is minimaal 1 uur per week betaald werk. Deze definitiewijziging twee gevolgen. Totaalaantallen zijn in de 1-uursdefinitie altijd minimaal even groot, maar vrijwel altijd groter dan de 12-uursdefinitie. Je rekent immers dezelfde personen mee: personen met minimaal 12 uur betaald werk per week, aangevuld met personen die 1 tot 12 uur per week werken. De aandelen beroepen en sectoren veranderen doordat het bij personen die 1 tot 12 uur werken vaak een bijbaan betreft. Dit heeft relatief vaak betrekking op bepaalde beroepen en sectoren, zoals de horeca. Groepen die sterker worden vertegenwoordigd in de 1-uursdefinitie zijn bijvoorbeeld scholieren en studenten. Dus door het verruimde urencriterium is het totaalaantal personen met een (technisch) beroep hoger. Daarentegen is het aandeel/percentage ‘technische beroepen’ binnen de werkzame beroepsbevolking met deze definitie lager dan bij de 12-uursdefinitie.

Meer Monitor Techniekpact onderdelen

vmbo profielkeuze en doorstroom naar mbo
havo/vwo profielkeuze en doorstroom naar ho
mbo instroom en gediplomeerden
ho instroom en gediplomeerden
arbeidsvraag en -tekorten
kenmerken technische arbeidsmarkt
Publicaties