Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Beatrice Boots, directeur PTvT, bij TEC Utrecht | De Ontdekhal - © TP
Ruim 1000 leerlingen van het voortgezet onderwijs werden gevraagd naar hun profielkeuze, ervaringen met bètatechniek op school en wat zij belangrijk vinden in een toekomstige baan. Het onderzoek leverde wederom essentiële informatie voor beleidsmakers en onderwijsprofessionals. Beatrice Boots, directeur van Platform Talent voor Technologie duidt de resultaten. ‘De context van techniek is cruciaal, die spreekt twijfelaars aan.’
Corona is een mooie bril om naar het onderzoek van Motivaction te kijken: juist omdat de vorige editie vóór corona plaatsvond (2019). Veel is onveranderd: leerlingen kijken grotendeels hetzelfde naar bètatechnische vakken en technische beroepen. Maar er zijn ook verschillen. Zo vinden leerlingen de bètatechnische vakken iets vaker moeilijk (2019 34% vs. 2022 40%) is de voorkeur voor praktijk ten opzichte van theorie toegenomen (2019 51% vs. 2022 58%) en hechten ze meer waarde aan een goed salaris (2019 69% vs. 2022 73%). Vooral het eerste cijfer is opvallend. Vaak wordt beweerd dat de bètavakken juist makkelijker zijn geworden. ‘Daar is wel wat op af te dingen hoor. De onderzoeken die dat uitwijzen zijn methodologisch niet altijd even sterk, dus die cijfers moeten we niet zomaar voor waarheid aannemen.’ De andere twee verschillen herkent Boots wel. ‘We weten dat context ontzettend belangrijk is. Jongeren willen weten “wat ze met een opleiding kunnen worden”. Dat komt terug in die voorkeur voor praktijkonderwijs. En het toegenomen belang van het salaris is ook helder. Daar ligt een duidelijke kans. De arbeidsmarktkansen in de techniek zijn erg goed en de bijbehorende salarissen ook.’
Succes
Welke conclusies trekt Boots uit het onderzoek? ‘Uit het onderzoek blijkt dat de aanpak van de afgelopen decennia werkt. De bètavakken zijn in die tijd vernieuwd. Er kwamen vakken als Wiskunde D en NLT en er kwamen onderzoeksmodules. Er kwamen Technasia – inmiddels zijn er meer dan 100. Het bedrijfsleven is veel meer betrokken bij het onderwijs op het gebied van loopbaan oriëntatie en de aansluiting tussen vo en mbo-hbo-wo is verbeterd, onder meer door VO-HO-netwerken. Tel daarbij op, als kersen op de taart, het grote aantal nieuwe initiatieven dat techniek op een speelse manier onder de aandacht brengt. Denk aan de First Lego League of Vakkanjers, initiatieven die aan kinderen en jongeren laten zien hoe leuk techniek is. Alles bij elkaar is er een aanpak ontstaan met meer samenwerking, meer focus en meer aansluiting. Maar er is nog werk te doen. Veel jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond willen bijvoorbeeld vaak ondernemer worden, daarbij denken ze niet vaak aan techniek. Terwijl dat in de techniek ook heel goed kan.’
Context en corona
Door corona heeft een aantal initiatieven een dip gekregen. Covid heeft mede daardoor impact gehad op de techniekinstroom en -doorstroom vertelt Boots. ‘Voor technische studies geldt bij uitstek dat de context essentieel is: wat kun je met techniek en welke rol speelt technologie in de banen van vandaag en morgen? De energietransitie is een mooi voorbeeld van de cruciale rol die techniek heeft in de vele opgaven waar we als maatschappij mee te maken hebben. Leerlingen en studenten die nu voor een techniekopleiding kiezen, gaan daarin een cruciale rol vervullen. Naast het goede salaris en de goede arbeidsmarktkansen is een baan in de techniek nuttig en dankbaar werk met positieve maatschappelijke impact. Op die impact kunnen we nog meer op inspelen. Er is een harde kern die kiest voor techniek om techniek. Maar de grote aantallen komen van de twijfelaars. Zij kiezen voor een techniekopleiding, niet vanwege de technische kennis op zich, maar om wat ze met die technische kennis kunnen. Die groep moet je verleiden. Dit zijn relatief veel meiden. Ze moeten techniek ervaren, niet in de laatste plaats binnen bedrijven, om erdoor gegrepen te worden. Tijdens corona konden studenten niet of nauwelijks praktijkervaring opdoen. We moeten nu van een achterstand terugkomen.’
Blijven investeren in de toekomst
Boots wijst erop dat de tools om die achterstand in te lopen er zijn. Gerichte aanpakken die Platform Talent voor Technologie samen met haar partners ontwikkelt leveren vaak snel resultaat. ‘Kijk naar het succes van Sterk Techniekonderwijs. In korte tijd is het aantal leerlingen al gestegen, ook het aantal meiden. Dat is gelukt door het voortbouwen op de netwerken en alle kennis die we de afgelopen decennia hebben opgebouwd, met een belangrijke rol in de regio voor het Techniekpact. De regionale samenwerkingsverbanden zijn hechter dan vroeger: mensen weten elkaar sneller te vinden en geldstromen komen samen. In het PO kan er nog wel een tandje bij. Daar zien we vaak onbekend maakt onbemind. PO-leraren denken soms dat ze niet veel met techniek hebben en het niet kunnen gebruiken in hun onderwijs. Maar als ze met de materie aan de slag gaan, dan blijkt dat ze het hartstikke leuk vinden en er prima mee uit de voeten kunnen. Het is cruciaal om kinderen zo vroeg mogelijk in aanraking te laten komen met techniek. En dat hoeft helemaal niet met een vak “Techniek” het kan ook door extra aandacht voor ontwerpend en onderzoekend leren.’ Ze verwacht ook veel van de groeifondsaanvraag Investeren in talent voor de toekomst. ‘Als die aanvraag wordt gehonoreerd door het kabinet, dan zal dat zeker voor een nieuwe impuls zorgen voor de plek van bètatechniek in het primair en voortgezet onderwijs. Die impuls is nodig omdat blijvende aandacht voor techniek(onderwijs) nodig is. In het buitenland zijn ze daar ook echt al verder in, daar kunnen we nog veel van leren. Kundige technici zijn cruciaal voor een toekomstbestendige maatschappij, dat vraagt om gerichte aandacht en investering.’