Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Nienke Baars | ©TP
Ondanks een volwaardig aanbod techniekopleidingen binnen het vmbo en een netwerk vol betrokken bedrijven, is er veel te winnen om dekkend en doelmatig techniekonderwijs te realiseren. De regio Sterk Techniekonderwijs Apeldoorn en omgeving werkt hier hard aan. Zo is de regio bijvoorbeeld gestart met een structurele samenwerking met het praktijkonderwijs. Nienke Baars-Dommerholt is projectleider van Sterk Techniekonderwijs Apeldoorn en omgeving. Ze deelt haar ervaringen over de samenwerking met het praktijkonderwijs.
Praktijkonderwijs (PRO) is een reguliere schoolsoort in het voortgezet onderwijs. In Nederland zijn 177 scholen voor praktijkonderwijs met in totaal ongeveer 29.000 leerlingen. Het is bedoeld voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar die wat meer moeite hebben met leren, maar vaak praktisch wél veel kunnen. Na het praktijkonderwijs gaan de leerlingen aan het werk of ze stromen door naar het mbo. Binnen PRO-scholen is er veel ruimte voor maatwerk, maar zij hebben niet altijd dezelfde faciliteiten als (v)mbo-scholen. Dit is een van de redenen voor de samenwerking die Sterk Techniekonderwijs Apeldoorn en omgeving (STO-A) heeft opgezet met twee praktijkscholen in de regio. Samenwerking met PRO en met voortgezet speciaal onderwijs is één van de vijf projecten van STO-A. De projecten zijn gericht op oriëntatie, een vernieuwend aanbod van keuzevakken, verbreding van het aanbod in de algemene profielen en doorlopende leerlijnen. In dit artikel staat de samenwerking met PRO en de doorlopende leerlijn centraal.
Doelstelling
Baars-Dommerholt: 'Vooral kleine PRO-scholen hebben niet dezelfde faciliteiten als grote middelbare scholen, daarom nodigen we hun leerlingen uit om onderwijs te volgen op de vmbo-scholen. De doelstelling is tweeledig. Het gaat om het leren en ontwikkelen in technische vakbekwaamheid, maar ook om sociaal-emotionele ontwikkeling. Naast het leren van de praktische vaardigheden is een van de belangrijke doelen van praktijkonderwijs namelijk het toewerken naar zelfredzaamheid in de maatschappij. De verdiepingsmodules die wij aanbieden sluiten zoveel mogelijk aan op die doelen.'
Talenten
'We hanteren daarbij een heel helder uitgangspunt', vervolgt Baars-Dommerholt: kijk naar de talenten van leerlingen. Deze groep krijgt (on)bewust vaak de boodschap dat ze vooral dingen niet kunnen. In het primair onderwijs zitten leerlingen van alle niveaus bij elkaar. Omdat intellectuele vaardigheden centraal staan, worden de kwaliteiten van PRO-jongeren niet altijd op waarde geschat. Eenmaal in PRO blijkt dat ze heel veel wél kunnen: ze zijn leergierig en ambitieus. De jongeren willen heel graag, en geven niet snel op. Binnen PRO is veel aandacht voor werknemersvaardigheden, zoals plannen, communiceren, samenwerken en zelfstandig werken. De begeleiding is intensief, zodat jongeren op stageplekken vaak goed presteren. Stagebedrijven zijn blij met jongeren uit deze doelgroep: ze zijn zelfbewust en vaak sterk intrinsiek gemotiveerd.'
Verdiepingsmodules
'Wij werken samen met twee praktijkscholen: Praktijkschool Apeldoorn en Christelijke Praktijkschool de Boog, ook in Apeldoorn. In wat wij aanbieden sluiten we aan bij de behoefte van die scholen en hun leerlingen. Zo zoeken we bijvoorbeeld naar een verdiepingsmodule voor jongeren die net hun heftruckdiploma hebben gehaald. Op deze manier dragen wij bij aan een doorlopende leerlijn. Zo hadden we bijvoorbeeld ook een module Installeren en Monteren. De module was een afgeleide van een profielvak. Dat vak hebben we iets vereenvoudigd door korte tekstinstructies met veel afbeeldingen aan te bieden en door de leerlingen vooral veel te laten doen.'
Doorlopende leerlijn
STO-A probeert stappen te zetten in het kader van de doorlopende leerlijn PRO−mbo. 'Waar we nu mee bezig zijn met Aventus − een ROC actief in de Stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen − is kijken wat nodig is voor jongeren om de stap naar het mbo kleiner te maken. Het is een extra aanvulling op het aanbod van het praktijkonderwijs waardoor ze enerzijds kennismaken met verschillende techniekvakken en anderzijds vaardigheden leren die de overstap naar het mbo (maar ook naar werk) makkelijker maken. We onderzoeken nu bijvoorbeeld of we onderdelen van de kwalificatiedossiers uit het mbo kunnen aanbieden. Uit ervaring weten we dat de taal- en rekentoetsen voor leerlingen uit PRO een struikelblok kunnen zijn, maar praktisch halen ze het niveau wel. Ook hier kijken we naar wat jongeren wel kunnen. Als ze onderdelen van het kwalificatiedossier behalen, dan krijgen ze daarvoor een deelcertificaat of een certificaat van STO-A. Maar de focus ligt op het meegeven van kennis en vaardigheden, minder op het behalen van diploma’s.'
Maatwerk
'Net als onze leerlingen leren wij zelf ook door te doen. We stellen bij als we merken dat iets niet werkt. Zo bieden we nu verdiepingsmodules aan voor 6, maximaal 8 jongeren, die echt interesse hebben in het specifieke vakgebied. We zitten regelmatig om tafel met onze aanspreekpunten op de PRO-scholen waarmee we werken om te zoeken naar wat werkt en wat niet. In het praktijkonderwijs zitten leerlingen die op een andere manier leren. Dit vraag om maatwerk en flexibiliteit van mijn collega’s. Collega’s hebben ook affiniteit nodig met de doelgroep. Maar als het lukt word ik blij en trots. Als deze jongeren het gevoel hebben dat ze ertoe doen, zijn ze fantastische werknemers, heel trouw, bevlogen en leergierig. Ik zie ze vaak met een enorme smile als ze een certificaat krijgen, die smile, daar doe ik het voor.' Baars-Dommerholt vervolgt: 'De basis staat nu en we weten elkaar goed te vinden. We houden ons nu vooral bezig met de volgende stap, dus doorstroming richting het mbo.'
Ontdek de doelgroep!
Heeft Baars-Dommerholt nog tips? 'Wat betreft tips heb ik er eigenlijk maar één, maar die is wel cruciaal: ontdek de doelgroep! Deze jongeren worden vaak onderschat, maar ze kunnen veel en willen graag. Daarnaast hebben we deze jongeren en hun praktische kennis en vaardigheden ook heel hard nodig, dus investeer in ze.'