Lotte de Bruijn, directeur NLdigital | © Jorn Baars

10 september 2019

Digitale vaardigheden verdienen een structurele plek in po en vo

Lotte de Bruijn is directeur van, nu nog, brancheorganisatie Nederland ICT. Per 1 oktober verandert die naam in NLdigital. NLdigital zet zich op verschillende manieren voor haar leden in: doel is het belang van ICT en technologie blijvend benadrukken en om onderwijs, overheid en bedrijfsleven bij elkaar te brengen. Hoe de organisatie dat doet en waarom vertelt Lotte de Bruijn.  

“NLdigital is de branchevereniging die de digitale sector vertegenwoordigt”, vertelt De Bruijn. “Dat zijn 650 uiteenlopende bedrijven: van groot tot klein, nationaal en internationaal en van infrastructuur tot producenten van soft- en hardware. Wij behartigen hun belangen en ondersteunen hen bij hun dienstverlening. Maar we hebben ook een netwerkfunctie, op het snijvlak tussen onze leden, de overheid en het onderwijs.” Vooral die laatste functie is in dit geval belangrijk.  

Op het snijvlak tussen onderwijs en arbeidsmarkt 
De Bruijn gaat verder: “We zijn al jaren bezig met het benadrukken van het belang van digitalisering voor onderwijs en arbeidsmarkt. Eerst voelden we ons daarmee een roepende in de woestijn. Wij en onze leden zagen dat er een dreigend tekort was en maakten ons zorgen dat het probleem zou groeien. Die angst is helaas werkelijkheid geworden: de tekorten zijn inmiddels groot. Wat wel winst is, is dat we al lang niet meer de enige zijn die het belang van digitale vaardigheden in en voor het onderwijs zien en benadrukken.”  
Onder de vlag van de Human Capital Agenda ICT (HCA-ICT) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat werken de ECP, het Platform Talent voor Technologie samen met NLdigital en vele anderen aan het terugdringen van het tekort aan ICT’ers. 

Enthousiasme voor het vak 
NLdigital zet zich op allerlei manieren in om de interesse voor ICT in het onderwijs te vergroten. “Wij en onze leden doen al heel veel om ons enthousiasme voor het vakgebied over te brengen. Met gastlessen, door bedrijven open te stellen en in te zetten op omscholing. Een programma als Make IT Work, dat we met de Hogeschool van Amsterdam hebben opgezet, is een heel mooi voorbeeld van het laatste. Hoogopgeleiden zonder specifieke ICT-achtergrond kunnen zich daar laten omscholen naar een ICT-functie op hbo-niveau. Ook iemand als Ronilla Snellen van Future NL, doet fantastisch werk. Maar het voelt soms allemaal als druppels op een gloeiende plaat. Wat wij belangrijk vinden is dat ICT en digitale vaardigheden structureel worden verankerd in het onderwijs.” 

Op tijd interesse wekken 
“Vanuit het bedrijfsleven gezien is dat ook heel logisch”, vervolgt De Bruijn. “Zij zien wat ze moeten bijspijkeren bij jongeren die bij hen aan de slag gaan. 90% van de mensen werkzaam in onze sector is bovendien man. Willen we dat doorbreken moet er interesse gewekt worden op school, bij meisjes net zo goed als jongens. Dat stimuleren en enthousiasmeren moet echt al beginnen in het po. Alleen als die interesse van jongs af aan wordt gewekt en het ook voor meisjes de normaalste zaak van de wereld is om voor ICT te kiezen, kunnen we de tekorten structureel aanpakken. Ik ben wat dit betreft heel blij dat er nu echt een aanpassing van het curriculum van het po in 2021 lijkt te komen. Dat een mogelijke curriculumverandering in 2021 überhaupt voorligt is al een gigantisch succes!” De Bruijn houdt wel een slag om de arm. “Ik hoop dat het gaat lukken. Maar het is nog geen uitgemaakte zaak. Er is weerstand tegen de aanpassing, en dat snap ik ook wel. Er komt voortdurend veel op docenten af. Maar we leiden nu op voor de banen van vandaag en gisteren. Terwijl het aantal digitale vacatures groot is en de vraag naar digitale vaardigheden in alle beroepen blijft toenemen.” 

Samen stappen zetten 
Dat ICT en digitale vaardigheden een plek krijgen in het curriculum van po en vo is voor De Bruijn duidelijk. Hoe dat moet is voor haar minder belangrijk. “Dat zou ik ook niet willen voorschrijven. Binnen het onderwijs hebben ze daar ook meer kennis over en expertise in. Hoe je dat doet maakt mij ook niet zoveel uit. Als leerlingen en studenten maar basisvaardigheden leren waarmee ze verder kunnen. Praat in elk geval met elkaar en niet over elkaar, daarvan zie ik ook het belang in mijn rol als ambassadeur van de HCA-ICT”, geeft De Bruijn verder mee. “En tegen mensen bij de overheid en in het bedrijfsleven zeg ik ook: verplaats jezelf in een docent of medewerkers van de PO- en VO-Raad. Alleen samen maak je die stap naar voren. Er is zoveel energie en als je die krachten bundelt dan kun je echt stappen zetten. Dat we dat doen is cruciaal voor onze economie, onze maatschappij en onze welvaart.”