© Bouwend Nederland

18 november 2021

‘Er moeten wel mensen zijn die zo’n drone kunnen bedienen’

Ook in de bouw is de arbeidsmarkt krap. En dat zal de komende jaren niet veranderen. Tot 2030 moeten er een miljoen woningen bijkomen. Hoe zoek, vind en behoud je de talenten die hiervoor nodig zijn? Marieke van der Post, Programmamanager Onderwijs van Koninklijke Bouwend Nederland, deelt de aanpak van Bouwend Nederland.

Bouwend Nederland is de vereniging van en voor bouw- en infrabedrijven. 4800 bouwbedrijven zijn erbij aangesloten. De vereniging is succesvol in het werven en binden van arbeidskrachten. Zo verdrievoudigde bijvoorbeeld sinds 2013 het aantal vrouwen werkzaam in de bouw. Eén van de lopende campagnes is “Je gaat het maken in de bouw en infra”, gekoppeld aan een tv-programma dat te zien is op RTL4. Een ander zichtbaar instrument is een bouwhekdoek met de tekst: “Niet ieder kind wordt later arts of advocaat. Leer je kinderen dat het oké is om met je handen te werken en toffe dingen te bouwen”, dat een bescheiden hit is op social media. ‘Dat was een initiatief van een van onze leden’, vertelt Marieke van der Post over het doek.  ‘Wij vonden het zo leuk dat we het nu aanbieden aan de hele sector.’

Tegengaan van kansenongelijkheid
Voor Bouwend Nederland is de (her)waardering van (bouw)technisch opgeleide mensen belangrijk. Het is een van de punten die ze meegeeft aan een nieuw kabinet. ‘De vraag naar (nieuwe) woningen is en blijft enorm. We moeten tot 2030 een miljoen woningen bouwen. Voor de komende jaren, in elk geval tot 2025, is een stijging van de jaarlijkse bouwproductie nodig. Op langere termijn moeten we met minder mensen hetzelfde werk doen. Daarnaast zijn andere skills nodig, voor de verduurzaming van woningen bijvoorbeeld. Je moet wedden op meerdere paarden: herwaardering van praktische beroepen, laagdrempelig onderwijs voor alle leeftijden en (nieuwe) doelgroepen én investeren in technologie en digitalisering. Technologie helpt. Een drone meet een bouwplaats in een paar minuten in, terwijl het handmatig twee mensen een dag kost. Maar technologie is nooit het enige antwoord. Investeringen op human resource gebied, bijvoorbeeld in het verbeteren van de leercultuur, zijn nodig. Die leercultuur is er nog onvoldoende; er moeten natuurlijk wel mensen zijn die een drone kunnen bedienen.’

Instroom
‘Het aandeel jongeren met een migratieachtergrond en meiden in de techniek is ook nog steeds laag’, gaat Van der Post verder. Terwijl er ook voor die groepen kansen zijn, laat die kansen steeds weer zien met voorbeelden en rolmodellen geeft ze andere sectoren mee, dat doen wij ook in onze campagnes.’ Die campagnes zijn ogenschijnlijk succesvol. ‘Het aantal vrouwen werkzaam in de sector is toegenomen en sinds 2016 stijgt bij vmbo-, mbo- en hbo-opleidingen de instroom licht, ook van het aantal meisjes. Bij Bouwkunde-opleidingen in het hbo en wo zagen we altijd al relatief veel meisjes. Maar in de civiele techniek was dat tien jaar geleden slechts 10%, nu is dat een derde. Het blijft wel een uitdaging om die meiden in de uitvoerende bouw te krijgen. Meiden kiezen eerder voor een gemeente of een ingenieursbureau.’ Naast het aantrekken van nieuwe doelgroepen blijft het ontwikkelen van medewerkers en aan het aantrekken van zij-instromers belangrijk. ‘Daarvoor is het skills-paspoort een nuttig instrument. Diploma’s zijn belangrijk. Maar praktisch opgeleiden hebben niet alleen een MBO 2-diploma. Ze hebben meer competenties en vaardigheden, die je kunt opnemen in een skills-paspoort. We hebben een prototype ontwikkeld dat we testen bij verschillende doelgroepen; bij jongeren, bij zij-instromers, bij ervaren vaklieden en bij 50-plussers.’

Samenwerking
Bouwend Nederland vertegenwoordigt bedrijven; hoe zit het met de samenwerking tussen de bouwsector en onderwijsinstellingen? ‘Ik denk dat die samenwerking minder vrijblijvendheid mag. Samenwerking start vaak vanuit het onderwijs, een bedrijf schuift later aan. Dat leidt tot veel incidentele samenwerkingen, gedragen door enkele personen. Het proces en het resultaat is heel anders als je het van begin af aan samendoet. De samenwerking met het mbo is over het algemeen goed. Er is een structuur voor, met partijen als SBB. Bij hbo en wo is die structuur er minder.’ Nu is de verdeling in de sector grofweg twee derde tot en met mbo en een derde hbo en wo. Vaak klinkt het dat het vereiste onderwijsniveau is gestegen en in de toekomst verder zal stijgen. Hoe ziet Van der Post dit? ‘Ik hoor dat ook vaak’, zegt ze, ‘maar praktisch opgeleiden heb je hoe dan ook nodig. Ik vind de tegenstelling tussen theoretisch en praktisch opgeleide werknemers sowieso een valse. Praktisch opgeleiden moeten ook “denken” en theoretisch opgeleiden moeten ook “doen”.’

Trots
Genoeg uitdagingen voor de bouwnijverheidssector. Marieke van der Post blijft zich inzetten om die uitdagingen het hoofd te bieden. ‘Het is een prachtige sector. En gelukkig zijn heel veel mensen binnen en buiten de sector dat met me eens.  Mensen die werkzaam zijn in de bouw geven vrijwel zonder uitzondering aan dat ze hun werk leuk vinden, daar word ik heel blij van. Dat zien we bijvoorbeeld in het succes van de campagne “Je gaat het maken in de bouw en infra”. Samenwerken aan tastbare resultaten brengt heel veel tevredenheid; mensen vinden het werk gewoon heel leuk, daar ben ik trots op!’

2021.18.11 Foto Marieke Van Der Post Bouwend Nederland

Marieke van der Post 

Over Marieke 
Marieke van der Post is Senior Adviseur en Programmamanager Onderwijs bij Bouwend Nederland. Onderwijs is de rode draad in haar loopbaan. Ze heeft ervaring als docent, adviseur, manager en bestuurder op het snijvlak tussen onderwijs en arbeidsmarkt in non-profitorganisaties. Ze omschrijft zichzelf als een generalist die het belangrijk vindt dat mensen (met verschillende belangen) elkaar vinden en van elkaar leren. Dat doet ze door het opzetten en onderhouden van duurzame relaties en te werken aan projecten die winst opleveren voor verschillende partijen. Van gedachten wisselen met Marieke van der Post over de uitdagingen van opleiden in en voor de technische sector? Stuur haar een e-mail of neem contact op via haar LinkedIN-profiel.