25 april 2024

Hybride docenten: de Patstelling

Column

Hybride docenten, of liever gezegd: hybride techniekopleiders. Het lijkt dé oplossing te zijn voor heel veel uitdagingen waar we op dit moment voor staan. Het draagt bij aan het verminderen van het tekort aan techniekdocenten, van primair onderwijs (po) tot hoger beroepsonderwijs (hbo). Het biedt een mooi carrièreperspectief aan medewerkers in de techniek die meer afwisseling en uitdaging willen in hun functie. Het leidt ook tot een betere leercultuur in bedrijven: je krijgt immers als bedrijf medewerkers met didactische vaardigheden die dicht bij het onderwijs staan. En het belangrijkste vind ik: het zorgt voor een veel betere verbinding tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, want het zijn de mensen die deze verbindingen dagelijks maken.

We weten dat veel mensen in onze bedrijven graag voor de klas willen staan, maar niet helemaal over willen stappen naar een volledige baan in het onderwijs. En we weten dat leerlingen en studenten les van mensen “uit de praktijk” enorm boeiend vinden.

En toch blijven we maar in de kleinschalige sfeer van regionale pilots steken als het gaat over hybride techniekopleiders. Deze pilots zijn zeer waardevol en we hebben er veel van geleerd. Maar we moeten nu gaan opschalen en dat lijkt maar niet te lukken. We hebben te maken met een patstelling die al een aantal jaar duurt.

Hoe doen we dat dan? Voor onze bedrijven zijn 3 dingen belangrijk:

  • Zorg voor goede matching: de vraag vanuit de scholen is divers, maar ook het aanbod uit de bedrijven. Zorg voor mensen die de vraag bij het aanbod brengen. Ik zie hier een rol voor de nieuwe onderwijsregio’s. Op 1 januari 2025 moet er een landelijk dekkend netwerk zijn. Hoe mooi is het als ze van OCW deze opdracht krijgen? Uiteraard met adequate financiering
  • Zorg voor een bijdrage in de loonkosten voor bedrijven. We weten dat bedrijven – als zij hun medewerkers detacheren naar een school - vaak wel een vergoeding ontvangen. Maar deze is beperkt, en over het algemeen lager dan het uurloon dat een bedrijf betaalt. Voor veel kleinere bedrijven is dat een te grote hobbel. Wij pleiten daarom voor een WBTO (wet bevordering technisch onderwijs, naar analogie van de WBSO). Een kleine vergoeding vanuit de overheid laat ook zien aan bedrijven dat de overheid het belangrijk vindt en waardeert dat bedrijven dit doen.
  • Tenslotte, zorg voor een op maat gemaakt bevoegdheidsmodule voor hybride techniekopleiders. Er zit nu weinig tussen een gastles (geen eisen) en een volledige bevoegdheid voor docent. Een op maat gemaakte module voor hybride opleiders, erkend door OCW en de Inspectie, geeft meerwaarde. Ze werken altijd binnen een onderwijsteam en onder supervisie van een docent. Kijk voor een dergelijke module ook naar de al ontwikkelde leergang hybride techniekopleider van de technische O&O fondsen.

Laten we dit in Nederland nu eens echt met elkaar gaan oppakken, als bedrijfsleven, scholen en overheid samen. Met een beetje regie krijgen we van de losse liedjes die er nu zijn een meerstemmig muziekspektakel! En dan noemen we het Operatie Mozart.

Hanneke Ackermann, programmamanager onderwijs en arbeidsmarkt FME