Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Verslag van een werksessie vol nuttige inzichten
Onlangs kwamen meer dan 70 vertegenwoordigers van regionale arbeidsinitiatieven, werkgevers, onderwijsinstellingen, lokale overheid en vakbonden bij elkaar bij de Koninklijke Metaalunie in Nieuwegein. Zo divers als deze partijen zijn, ze hadden een gezamenlijk doel voor ogen: de ontwikkeling van de Gouden Poort weer een stap verder brengen naar één loket voor inspiratie, informatie, advies en begeleiding om mensen naar de technische sector te trekken en ook vast te houden. De stuurgroep van de Gouden Poort, met daarin vertegenwoordigers van zes technieksectoren en de bonden, wilde meer inzicht krijgen in de structuur en de behoefte van de regio’s. Er was veel consensus, maar er bleven ook genoeg vragen over om de komende tijd aan te werken.
De coördinator van de stuurgroep Gouden Poort, drukte de deelnemers op het hart om na de werksessies van deze middag vooral met concrete actiepunten te komen. Heel concreet werd het, tot frustratie van sommigen, nog niet. Maar de middag leverde misschien nog wel iets beters op: een fundamentele discussie over de rol van de regionale initiatieven. En, ondanks hun behoefte aan behoud van autonomie, toch ook de vraag om een stevige landelijke infrastructuur.
‘De ambitie is hoog, er zit genoeg energie in, maar het proces is ingewikkeld’, Francel Vos, coördinator van de stuurgroep'
Waar staat de Gouden Poort nu
Aan de Gouden Poort (werktitel), de eerste pijler van het Aanvalsplan Techniek, wordt nu ruim een jaar gewerkt. Tijd die benut is om de doelstellingen concreter te maken en een overzicht te maken van de benodigde acties. Belangrijk dit jaar wordt het ontwikkelen van een platform met informatie en de mogelijkheid om verbindingen te leggen. Maar ook zal het gaan over de bemensing, kandidaten willen tenslotte een echt fysiek gesprek kunnen hebben. Daarnaast moet een begin gemaakt worden met het concreet maken van de zo gewenste 10 Jaar werk- en ontwikkelgarantie, meteen ook de moeilijkste noot om te kraken voor de stuurgroep. Welke zaken kunnen misschien beter landelijk opgepakt worden zodat niet elke regio het wiel opnieuw hoeft uit te vinden en zij bepaalde taken kunnen overlaten aan de Gouden Poort? Deze dag was daar een eerste aanzet toe.
Centrale vraag: Hoe zouden de landelijke en regionale infrastructuur zich tot elkaar kunnen verhouden?
Delen van de successen uit de regio
Dat er een hoop gebeurt in de regio om mensen naar de techniek te trekken, is bekend. Maar welke initiatieven zijn dat precies, hoe staat het met de onderlinge samenwerking en wat zijn de kansen en uitdagingen? En vooral: wat zou de verhouding moeten worden tussen die regionale infrastructuur en de landelijke Gouden Poort? Na de plenaire ontvangst verspreidden de aanwezigen zich over het pand om in werkgroepen per regio hun initiatieven, inclusief de succesverhalen en zorgen, te delen. Er blijken grote verschillen in aanpak, in regionale factoren die meespelen. Zo kampen sommige regio’s met meer met krimp dan andere, waardoor er te kleine aantallen zijn om efficiënt te kunnen opleiden in de techniek. In Zeeuws-Vlaanderen is nu door verschillende ROC’s in de regio busvervoer geregeld om leerlingen uit de onderbouw van verschillende scholen naar één onderwijslocatie te brengen. Een heel praktische en effectieve oplossing. West- en Midden-Brabant, die met hetzelfde probleem kampen, springen daar nu ook op in. Alles draait om leren en delen, daar zijn de aanwezigen het over eens. Juist in het delen van deze succesverhalen kan een landelijke hub als de Gouden Poort wellicht een rol spelen.
Structurele financiering mogelijk maken
Ook de financiering is een uitdaging waar iedereen zich in herkent: groeifondsen, O&O fondsen, LLO-Katalysator, etc. etc. Het verbinden kost veel tijd en energie, wat ten koste gaat van het echte werk. Soms is de cofinanciering niet te regelen omdat de uren domweg op zijn. Een uitdaging die alle regio’s herkennen. In een van de werkgroepen gaf de Techniekcoalitie aan inmiddels een weg te hebben gevonden in de financiële structuur. Daar verbinden ze de bedrijvenkant, de publieke kant, het UWV en het onderwijs in Limburg op een manier waar werknemers en werkgevers de vruchten plukken. Maar alsnog kost dat veel tijd en energie. Een vertegenwoordiger van het UWV pleitte voor meer uniformiteit. Idealiter zou het niet nodig moeten zijn dat alle 35 arbeidsmarktregio’s separaat afspraken moeten maken met het UWV. Wellicht is dit precies een onderwerp waar de Gouden Poort zijn nut kan bewijzen als overkoepelende schil waar alle partijen op kunnen inpluggen.
De doelgroep bereiken
Dan is er de uitdaging aan de basis: Hoe zorgen we dat instromers en doorstromers de weg naar de Gouden Poort en daarmee de techniek ook echt vinden? De buurjongen die uitgevallen is op de havo en op z’n zolderkamertje zit te gamen. Hoe gaat hij, bij wijze van spreken op fietsafstand van de Gouden Poort, straks de weg ernaartoe vinden? Of dat meisje dat techniek nog helemaal niet als optie overweegt. Er zijn beroepentuinen en open dagen, maar zij weten die ingangen vaak niet te vinden. Daar kan de Gouden Poort de centrale voordeur zijn. ‘Binnenhalen, hooguit één keer doorverwijzen en dan vasthouden!’, is de wens van de aanwezigen.
‘Eigenlijk zijn alle regionale initiatieven ontstaan bij gebrek aan een landelijk initiatief. Nu is de kans om een stabiele infrastructuur te ontwikkelen’. Opmerking vanuit de zaal
Autonomie voor de regio het grootste goed?
De regio is versnipperd, juist daarom zijn de vertegenwoordigers van de initiatieven blij met deze momenten waarop ze hun ervaringen met elkaar kunnen delen. Tijdens de Jaarconferentie van Techniekpact in november kwam dat ook als duidelijke wens naar voren. Een initiatief in het hoge noorden weet nou eenmaal niet altijd wat er in Utrecht of het zuiden speelt. Ook op deze dag klonk aan alle kanten de wens om vaker met elkaar in contact te zijn en kennis te nemen van elkaars initiatieven en aanpak. Wat werkt er, wat lukt minder goed? Wat zijn de succesfactoren en hoe overkomen we de struikelblokken, zoals financiering? Want ondanks de grote regionale verschillen herkent elke regio veel dezelfde uitdagingen.
Aan het eind van de middag kregen de aanwezigen de vraag, met betrekking tot de Gouden Poort: ‘Wat moet er nu als eerste opgepakt worden?’ Twee antwoorden strijden om de eerste plaats: ‘Structurele financiering’ en ‘autonomie voor de regio’, tot zelfs de wens dat ‘landelijk de regio moet volgen’. Landelijk zou moeten zorgen voor een basis infrastructuur, waar elke regio aan kan toevoegen wat regionaal specifiek is. Onafhankelijk van conjunctuur en projecten. Tijdens de bijeenkomst werd ook gesteld dat het van groot belang is om kritisch te kijken naar initiatieven en open te staan voor zelfreflectie. Het draait niet alleen om het bouwen van nieuwe structuren, maar ook om een kritische blik op bestaande initiatieven. Door actief te evalueren en bereid te zijn om initiatieven aan te passen of stop te zetten als dat nodig is, kunnen regio's zich effectief aanpassen aan veranderende omstandigheden.
Zo was er genoeg om over na te praten bij de borrel. Het staat in ieder geval vast dat er genoeg energie zit bij de regio’s om samen te bouwen aan de Gouden Poort. Er komt dan ook zeker een vervolg op deze bijeenkomst.