6 februari 2020

Van 13 naar 30: de FME-actieagenda Vrouwen in Techniek

Het aantal vrouwen dat een technische opleiding volgt neemt toe, maar het aandeel vrouwen dat werkzaam is in een technisch beroep blijft achter. In 2018 waren dat er in totaal 201.000, 13% van het totaal. Daarom lanceerde FME eind vorig jaar de 'Actieagenda Vrouwen in Techniek - Op weg naar 30% in 2030’. Directeur Arjel Woudstra licht toe. 

Het aantal vrouwen in de technologische industrie moet meer dan verdubbelen als het aan FME ligt: van de huidige 13% naar 30% in 2030. Een fikse opgave. Waarom is de actieagenda noodzakelijk? “Er is een sterke toename van de vraag naar goed opgeleide technici”, vertelt Arjel Woudstra directeur van FME. “Niet alleen in onze eigen sector. Maar overal op de arbeidsmarkt speelt techniek een grotere rol. Vrouwen zijn onmisbaar om aan die toenemende vraag te voldoen.” 

Arbeidsmarktparticipatie  
Maar er is nog een tweede reden voor de actieagenda. “Uit een studie van McKinsey uit 2018 blijkt dat de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen in Nederland nog steeds lager is dan die van ons omringende landen. Vrouwen werken hier veelal parttime, krijgen minder betaald per week en zijn werkzaam in sectoren die minder bijdragen aan het bbp. Als de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen toeneemt, zou dat kunnen zorgen voor een toename in ons bbp van meer dan 100 miljard.”  

Momentum 
“Het onderwerp is natuurlijk niet nieuw voor ons. We zetten ons voorheen hier ook al voor in, bijvoorbeeld met campagnes om meisjes te interesseren voor techniek. En tijdens Girlsday openen bèta-, technische, ICT-bedrijven én technische of ICT-afdelingen van bedrijven hun deuren voor meisjes van 10 tot 15 jaar. Daar doen ook veel van onze bedrijven aan mee. Maar het is tijd voor een extra impuls. De vraag naar technici blijft groeien en vrouwen vormen een onderbenut potentieel. Een reden dat wij ons juist nu extra inzetten voor dit onderwerp is dat het sterk leeft. Het vrouwenquotum in de top, het wetsvoorstel om te streven naar gelijke beloning voor mannen en vrouwen of het voornemen van de Technische Universiteit Eindhoven om alleen nog vrouwelijk wetenschappelijk personeel aan te trekken. Er beweegt van alles.” 

Maatschappelijke impact 
“Het gaat ons vooral om te laten zien wat de tech-sector bijdraagt aan de grote maatschappelijke uitdagingen van dit moment. De energietransitie, de kwaliteit en de betaalbaarheid van de zorg en de toekomst van onze voedselvoorziening; het zijn uitdagingen waarin techniek, technologie en technologische vernieuwing onmisbaar zijn. Je komt in een omgeving terecht waarin je maatschappelijk zeer relevant werk doet. Dat is voor ons een belangrijk verhaal om te vertellen. We doen dat eerst en vooral met en voor onze leden. Maar we kunnen het niet zonder partners vanuit het onderwijs en de overheid.” 

Concrete acties 
Welke concrete acties heeft FME voor ogen? Woudstra: “Zoals ik al zei, we doen al veel. Maar we gaan meer doen: dat doen we onder de noemer Vrouwen4Tech. Daar zitten verschillende onderdelen in, arbeidsmarktcommunicatie bijvoorbeeld. We zetten een (HR-)netwerk op waarbinnen onze leden best practices en tips uitwisselen. Dat zit in praktische zaken als het aanpassen van wervingsadvertenties bijvoorbeeld. FME biedt daarnaast een podium voor vrouwelijke rolmodellen bij bedrijven die excelleren in bèta en techniek. En één keer per jaar organiseren we de tech-awards voor de tech-vrouw van het jaar. De daadwerkelijke kick-off van al die acties volgt nog. Maar dat dit onderwerp enorm leeft onder onze leden blijkt alleen al uit het feit dat een week na de lancering van de actieagenda we al 50 aanmeldingen hadden van bedrijven die samen met ons de schouders eronder willen zetten.” 

Rolmodellen 
Rolmodellen zijn belangrijk voor FME, zo geeft Arjel Woudstra aan. Wat zijn voor haar goede rolmodellen? “Joanne Meyboom bijvoorbeeld. Zij geeft leiding aan de divisie Smart Infrastructure bij Siemens Nederland. Lieve Declercq algemeen directeur van Spie Nederland is ook zo’n voorbeeld. Ik denk ook aan Judith Vermeulen, directeur en mede-eigenaar van Vekon, één van de ambassadeurs van Girlsday. Maar er zijn er meer bij grote en kleine bedrijven in onze sector. Ook mannen kunnen zo’n voorbeeld zijn of geven. Bijvoorbeeld door diversiteit op de werkvloer te promoten of mogelijk te maken. Een voorbeeld daarvan is Koninklijke Boon Edam. Daar staat Niels Huber aan het roer, een man, maar Boon Edam kijkt nadrukkelijk naar de mogelijkheden van flexibele werktijden om zo een aantrekkelijkere werkgever voor vrouwen te zijn.  En Peter Wennink van ASML is bijvoorbeeld ook ambassadeur van Girlsday.“ 

Resultaten  
Arjel Woudstra gaat verder: “We zoeken natuurlijk ook onze partners in het Techniekpact op bij deze actieagenda. We kunnen én willen dit niet alleen doen. Nu gebruiken we al cijfers uit de monitor Techniekpact waarin de stand van bètatechniek wordt geduid, en die jaarlijks geüpdatet wordt. Die zullen we ook in de toekomst gebruiken om de impact van onze inspanningen te monitoren. Onze inzet zou daarin zichtbaar moeten zijn. En we gaan evalueren. Welke onderdelen van onze inspanningen zorgen voor resultaat? We zien nu bijvoorbeeld dat van alle vrouwen die een technische opleiding afronden slechts 25% in de techniek aan het werk gaat. Terwijl dit bij mannen 50% is. Dat is op zich ook wel te verklaren: techniek en technologie zijn overal tegenwoordig. Het zou dus best kunnen dat deze vrouwen uiteindelijk in de zorg terechtkomen en daar wél met techniek bezig zijn. Maar wij zouden ook graag zien dat ze meer voor onze sector kiezen. Als zij barrières ervaren, dan moeten we die wegnemen. Daar gaan we voor.” 

Tot slot wil Arjel Woudstra een oproep doen aan alle partners van het Techniekpact en meer in algemene zin aan alle lezers van deze nieuwsbrief. “Als iemand ideeën heeft over hoe wij onze boodschap nog beter voor het voetlicht kunnen brengen, zijn ze van harte welkom om contact op te nemen met mijn collega Daphne Rijk (daphne.rijk@fme.nl). We staan nadrukkelijk open voor input.”